Menu Sluiten

Maand: oktober 2013

Goed doen! Doe je mee? (al is het maar 1 dag)

Ken je dat? Je bent onderweg en je laat iemand voorgaan. Of je lacht naar iemand en degene lacht terug. Het hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn. Een deur openhouden voor iemand, even iets voor iemand dragen,  het compliment terwijl het niet nodig is, even tijd maken voor een gesprek met iemand die het zwaar heeft. In de tijd waarin we leven lijkt het wel een grote bijzonderheid. Veel van ons handelen is  gebaseerd op een competitiemodel. Marktaandeel veroveren ten koste van een concurrent. De beste willen zijn.  What’s in it for me? Ik kan het niet meer horen.

Des te  langer ik er over nadenk des te meer mij competitie gaat tegenstaan. Het extreme andere kennen we als altruïsme, het onbaatzuchtig handelen. Als je er met mensen over in gesprek gaat hoor je soms dat echt altruisme niet bestaat. Want het goed doen, geeft je een goed gevoel en dus doe je het toch ook een beetje uit eigenbelang. Ja en? Doe je het daarom maar niet omdat je huichelachtig zou overkomen? Of als je het doet zodat je later iets terug kan verwachten. Zo is er de bank van wederdiensten. Als je maar genoeg voor anderen doet krijg je een goede naam en dan krijg je op termijn meer terug. Heel erg vanuit het voor wat hoort wat.

Ik moest er aan denken toen ik een verhaal las over zwermintelligentie en het gedrag van mieren. Mieren schijnen waterdruppels naar hun nest te brengen om de vochtbalans op peil te houden. Maar als er een andere mier dorst heeft mag die iets van die waterdruppel drinken. Hetzelfde geldt voor voedsel. Dat wordt opgeslagen in de “sociale maag”een krop die door de voorpoten en voelsprieten van zustermieren .kan worden gestimuleerd om beetjes voedsel op te braken. Nu zijn mieren zo dom en kunnen zo slecht zien dat ze dat ook doen bij parasitaire kevers die voeden ze dus ook. Toch zijn mierenkolonies complexe bouwwerken. Het gedrag om bij elkaar te drinken en eten maakt deel uit van het overdragen van “kennis”er is even contact en in dat contact wordt informatie overgedragen zoals gevaar of vindplaatsen van voedsel of water. Mieren kunnen wel gebruik maken van17 verschillende signalen.

Hier zit een mooie les in voor ons mensen. Als we maar voldoende contactmomenten hebben waar iets  wordt overgedragen zijn we met elkaar in staat een betere wereld te bouwen. En contact moment is dus niet met 10.000 naar een wedstrijd kijken of naar een concert gaan. Juist even iets voor elkaar betekenen, een willekeurige daad van vriendelijkheid. Een luisterend oor kan heel heleboel in beweging zetten. Kan juist de wereld betekenen voor iemand. En je beseft je het niet eens!

Ik kreeg een site onder ogen geefmaandnovember2013 waar opgeroepen wordt om iedere dag in de maand november iets te geven. Iedere dag iets aan een ander. Een tastbaar geschenk, een helpende hand, onverdeelde aandacht of welke andere gift dan ook. Soms aan een goede bekende, soms aan een volslagen vreemde. Soms piepklein en soms wat groter. Maar altijd met volle overgave, en zonder er iets voor terug te verlangen.

Mooi zo’n actie maar alleen in november? Als je er aan mee doet wordt het misschien wel een way of life.  Helemaal nieuw is dat niet want er is ook een beweging als Random of acts of kindness. Of er is de beweging gebaseert op “Pay it forward”. De Pay It Forward Foundation is een bestaande organisatie, die is opgericht in 2000, mede door het boek, Catherine Ryan Hyde, voor het uitdragen van het simpele PIF-principe en op die manier mensen bewust wil maken van de essentie van sociale verbondenheid in onze samenleving. PIF gaat uit van waarbij iedereen een goede daad moet doen voor drie mensen, die dat op hun beurt ieder weer bij drie anderen moeten doen.

Maar terug naar geefmaandnovember2013. Leuk idee ik ga er mee aan de slag. Wat en hoe ik het ga doen? Daar is de site niet echt duidelijk over en dat is ook misschien wel het mooist. Het hoeft niet in de publiciteit. Misschien blog ik er nog wel eens over misschien ook niet. Doe je mee? Om alvast je op ideeën te brengen hieronder een paar voorbeelden. Of bekijk deze video of deze pagina 

 

 

 

 

 

Verhalen als onderdeel van Regio Marketing

Marketing, ooit heb ik daar een paar modules van de Open Universiteit van gehaald en in mijn loopbaan bij KPN ook meerdere keren mee te maken gehad. Als er één ding me duidelijk is geworden dat er veel heel veel geld voor nodig is om iets “in de markt te zetten”. Vaak gepaard gaand met veel bombastisch geweld want het moet pakkend zijn. Commercials, flyers, banners, bierviltjes, reclame spotjes en vooral een trekker. Hoewel het laatste tegenwoordig ook wel regisseur of soms spin genoemd wordt.

 

Deze week was ik toevallig betrokken bij een paar gesprekken over regio marketing. In één gebied is men op zoek naar een spin. Toen we daar over door zaten te praten bleek dat ze een energiek persoon zochten die de boel op sleeptouw  kan nemen die met tomeloze energie na 10 jaar is opgebrand om opgevolgd te worden door een volgende energieke persoon. Opeens floepte me eruit “lekker duurzaam”. Een foute opmerking van mij want er zijn nog hele volksstammen die geloven als je er maar voldoende geld energie en menskracht in stopt het vanzelf goed komt. Het is een andere kijk op de wereld dan de mijne maar nog steeds is het voor veel mensen de te volgen aanpak. Daar past zo’n opmerking niet bij.

 

Een 2e bijeenkomst ging over Noord-Groningen als Wadden– en Wierdenregio. Ook hier een sterke roep om een regisseur. Niet iedereen was hiervan overtuigd. Iemand kwam met het verhaal over Onderdendam. In het verleden centrum van het Hoogeland. Boeren kwamen er op gezette tijden bijeen voor formele zaken (besprekingen over waterschap enzovoort). Ze bespraken daar dan ook de ervaringen en problemen van het boerenbedrijf. Dat werd meegenomen naar hun achterban thuis, daar besproken en een volgende keer werd er in Onderdendam gesproken over de oplossingen. Jammer genoeg werd het verhaal afgebroken en overstemt door iemand die riep mooi verhaal daar hebben we nu niets aan laten we nu zo snel mogelijk die gebiedsregisseur aanstellen die als een helicopter boven het gebied hangt. Jammer eigenlijk want ook in het Dagblad van het noorden stond zaterdag een artikel over Onderdendam. Ooit was Onderdendam een dorp van aanzien en werd wel Lutje Den Haag genoemd, met zijn rechtbank en waterschapshuis. Toen veehouders lang geleden wisten te voorkomen dat de nieuwe spoorlijn het dorp zou aandoen, was het gedaan met die rol. De trekschuiten die Onderdendam als pleisterplaats gebruikten, bleven weg. Maar de grandeur van vroeger is er nog altijd.

 

Tijdens de bijeenkomst over het Hoogeland was er ook een presentatie van een historicus. Een mooi overzicht van wat er zoal is. Dat ging vooral over de rijkdommen, het landschap, de borgen, maren en kerken. En opeens een opmerking die me bij is gebleven. Mensen zijn geïnteresseerd in de historie en de verhalen. Juist van wat er niet meer is. Een excursie naar vaag overgebleven restanten van een klooster trekt bussen vol mensen.  Meer dan de nog bewaarde gerestaureerde panden. Des te minder er te zien is des te groter de belangstelling was zijn redenering. Misschien ligt hier de sleutel. Het gaat dus om de verhalen. Iedereen kent wel de bezoeken aan de kastelen en kerken maar het begint pas te leven als je weet hoe het ontstaan is. Die verhalen worden niet verteld door een regisseur maar door gidsen, betrokken mensen die het gebied kennen en er mee verbonden zijn. Die verhalen zijn er nog wel en anders kunnen ze nog ontsloten worden. Wat zou het mooi zijn om in deze tijd van samenleving onze ouderen erbij te betrekken om  de verhalen te laten vertellen aan de bezoekers die het gebied komen opzoeken.

 

Zo jammer dat in veel gevallen mensen van ver buiten de regio overtuigend weten te vertellen dat het alleen gaat werken met veel geld en een mooie slogan. Voorbeelden te over: Twente Landgoed van Nederland, Da’s nou Drenthe, Zeeland, land in Zee!, Limburg, Brightside of life, Zeeland echt waar of Er gaat niets boven Groningen. De vraag is of daar de juiste mensen mee komen. Vol afschuw staan me nog de hordes Japanse toeristen voor ogen bij [W:Gretna Green] in Schotland. De plaats staat historisch bekend vanwege de vele huwelijken die er worden voltrokken. In het verleden waren dat vooral huwelijken waarbij de bruid geschaakt was, al of niet tegen haar zin.. Een trekpleister vanjewelste, bussen vol toeristen. Ruzie bij de kassa voordringen en schreeuwen. Gretna Green is ooit een pareltje geweest. Succesvol in de markt gezet maar of dat de weg is. Persoonlijk denk ik dat de waddenregio gebaat is bij de bezoeker die het ook weet te waarderen. Dat zit vooral in de meer onzichtbare dingen, sfeer, historie, verhalen, rust en ruimte. De kleinschaligheid is de kracht van de marketing in deze regio.

 

Ooit leerde ik dat het 8 keer zoveel geld kost een nieuwe klant te krijgen dan een bestaande klant te behouden. Dat geldt waarschijnlijk ook voor de regio. Zorg dat bestaande bezoekers nog meer te ontdekken hebben in alle rust en ruimte. dat verhaal verteld zich verder. Dat is niet morgen geregeld dat kost tijd en laat dat juist nou het kenmerk van de regio zijn de ontwikkeling door de tijd. Het mag dus ook best tijd vragen om het verhaal van de regio helder te krijgen.

japanners

Op weg naar sterke regio's

 

DSC07117Vorige week waren we met een groep van 8 personen op bezoek in Feuchtwangen in Duitsland. Net als Oostenrijk en Schotland gingen we met een busje. Het waren weer geweldig leuke dagen. De heen en terugreis waren  net als de vorige 2 trips minstens zo leuk als de bezoeken zelf. Deze keer stond het bezoek in het teken van de “dag van de Regio”. In Nederland was dit jaar de dag van de Regio (voor de 10e keer) op 5 en 6 oktober. In Schotland was de dag van de regio voor de 3e keer, in Duitsland zijn ze er in het verleden mee begonnen en daar was het voor de 15e keer.

 

Ons bezoek aan Duitsland gaf een  heel ander beeld van de dag van de regio. Daar waar het in de andere landen om een evenement gaat, gaat het in Duitsland om een bredere doelstelling. Daar staat centraal hoe je een sterke regio kan krijgen in de mondiale verbonden wereld.

 

Daar zagen we mooi voorbeelden van lokaal en duurzaam verbouwde producten. Maar we kregen ook een presentatie over hoe er werd aangekeken tegen grote wereldmerken. Mooi om te zien hoe de organisatie reageerde toen een wereldmerk als Nestlé sponsor wilde worden van de dag van de regio. Dat hebben ze dus niet gedaan net zoals ze Coca Cola of andere wereldspelers niet als sponsor wilden hebben.

De voorzitter van het Bundes verband regional beweging had een heel mooie prikkelende presentatie over hoe ze daar opkomen voor de lokale economie. We bezochten een melkfabriek waar een groot deel van de productie bestaat uit biologisch geproduceerde regionale producten. Indrukwekkend maar daarna gingen we kijken in een supermarkt die die duurzame producten verkocht. Ik vond het schokkend om te zien hoe in een heel klein hoekje van de winkel de producten stonden opgesteld.  

 

De laatste dag bezochten we een biovergister opgericht door 5 jonge boeren (tussen de 20 en 30 jaar.) Naast de biovergister, lagen de daken ook vol met Zonnepanelen en er stond op een heuvel een windturbine met een capaciteit van 2 Megawatt. Iemand uit de groep stelde de vraag wat nu beter is Biovergister, zonne- of windenergie. Dat is appels met peren vergelijken maar de jonge boer had een duidelijk voorkeur voor de biovergister omdat het dicht tegen de bedrijfsvoering aan ligt. Maar ook omdat een biovergister een constante productie levert, in dit geval van 365kW. en daarnaast wordt er warmte geproduceerd voor 20 huishoudens.

 

Het was een mooi bezoek met voldoende stof om over na te denken. In Februari 2014 komen de 5 andere landen naar het Hoogeland. Het onderwerp dan is regiomarketing. Toevalligerwijs was er deze week ook een bijeenkomst over Noord-Groningen als Wadden– en Wierdenregio. Daar klonk bij sommigen een duidelijke roep om een sterke centrale aanpak die door de overheid moet worden aangezet en vervolgens door de lokaal betrokkenen moet worden uitgedragen. (tenminste dat is een beetje wat er van de bijeenkomst mij is bijgebleven). Als ik zo terugdenk aan Duitsland dan is het niet de sterke marketing van het gebied wat me opviel. Eigenlijk zou ik niet eens weten hoe dat gebied heet. Wat me wel is bijgebleven zijn de mooie verhalen over de geschiedenis en en het enthousiasme van de mensen over hun lokale geschiedenis en de produkten. (OK ook wel de veel te lange toespraken, maar dat schijnt er in Duitsland bij te horen).

Die lokale producten en geschiedenis hebben we ook heel veel van. Nu nog de mensen die het verhaal willen en kunnen vertellen.

Mijn verhaal

De afgelopen week mocht ik meedoen aan een wedstrijd verhalen vertellen. Voor een zaal mocht ik een verhaal vertellen wat ik zelf geschreven had. Het verhoal had ik geschreven voor de competitie het “Schierste verhoal in het Westekwartiers”. Tot mijn verbazing zat ik bij de laatste 8 en mocht het verhaal dus vertellen voor een publiek. In een leuke sfeer mocht ik het verhaal vertellen van Rika Roezel. Ze was een vrouw die leefde rond 1800 en ze beoefende het oudste beroep van de wereld uit. Het was mijn eigen verhaal maar toch blijft het wennen voor me en de knoop in de maag is weg als ik er maar eenmaal sta. Ik had best wel steun. Want in de zaal zat Aukje, beide kinderen en een aantal bekenden. Een paar ervan hadden het verhaal al eens eerder gehoord toe ik het vertelde op een avond aan dek van de veerboot van Newcastel als een soort generale repetitie.

 

Verhalen vertellen is een kunst die we door de loop van de jaren zijn kwijtgeraakt. Daarom is er een toenmende belangstelling voor die kunst. Wereldwijd is er een beweging Storytelling. Ooit mocht ik een workshop bijwonen van Mary-Alice uit Nieuw Zeeland. Mooi om te kijken hoe het wereldwijd zich ontwikkelt en hoe dat in de regio of heel lokaal gaat. Er is een stroming die zich bezig houdt met het verhalen vertellen in een zakelijke omgeving. Maar het wordt ook gebruikt om de verhalen van een dorp of streek levendig te houden.  In beide gevallen gaat het om het doorgeven van wat niet zichtbaar is. Daar wringt het ook wel een beetje bij mij want wanneer gaat een verhaal over in toneel spelen? De afgelopen donderdag hadden de meeste vertellers een attribuut bij zich of hadden zich verkleed. Op zich is dat logisch want we leven in een wereld waar beelden dominant zijn. Een muziek nummer is pas compleet als er ook een clip bij is.  

 

Toch maar even kijken waar verhalen vertellen overgaat in toneelspelen. Ik trof een artikel van Hans Brans waar ik me prima ik kan vinden:  .  

De verteller is meestal alleen, heeft nauwelijks meer middelen om zijn verbeelding bij te zetten dan de woorden die hij spreekt en de manier waarop hij ze uitspreekt. Naar de verteller kun je luisteren met je ogen dicht. Het zijn vooral de oren die de verbeelding van de toehoorder aan het werk zetten. De verteller spreekt  bovendien vrijwel altijd in de verleden tijd. Soms, als hij een personage met een verandering van stem even in de directe rede aan het woord laat, zien we iets van een acteur in hem, maar belangrijker is zijn rol als ‘beheerder’ van het geheel. Hij is als een poppenspeler die zichtbaar alle touwtjes in handen houdt.


Begrijp me goed, ik ben er niet op tegen ben dat er geacteerd wordt of dat iemand zich verkleedt. In tegendeel anders wordt het ook maar een saaie bedoening. Maar voor mijzelf blijf ik denk ik bij het gebruik van mijn stem alleen. Dat is al moeilijk genoeg voor mij.