Menu Sluiten

Maand: april 2016

Lekkapitaal


Al wat langere tijd ben ik bezig met @nder geld. Want het hele geldstelsel blijft voor mij een onduidelijk iets. Ik zag de voorstelling van “Door de bank genomen” en al vaker heb ik er over geblogd. Toch blijft het me fascineren waarom we niet in staat zijn van onderop dingen beter te regelen. Bernie Sanders lijkt het als presidentskandidaat in de VS ook niet te lukken voldoende mensen in beweging te krijgen. Hij blijft hameren op het feit dat de top 1%  alles naar zich toe haalt en de rest het steeds minder krijgt. Hij blijkt massa’s mensen achter zich te krijgen en er komen geluiden van stembusfraudes door de Republikeinen. Eindresultaat: het lijkt hem niet te lukken.

 

Waar ligt dat toch aan? En kunnen we er iets aan doen? Volgens mij wel, alleen zal het tijd vragen en uithoudingsvermogen.

 

Even een korte uitleg van mijn beeld van de wereld. Geld is er voor om ruilen mogelijk te maken met zaken die normaal niet eenvoudig geruild kunnen worden. Oftewel je kunt een fiets niet ruilen voor brood. Nou ja dan heb je wel veel brood in een keer. Dus is het handig iets te hebben waarmee je iedere dag een brood kan halen net zolang de waarde van de fiets is uitgekeerd in broden. Geld is een mooie oplossing hiervoor. Als geld alleen voor ruilen gebruikt werd, was er niets aan de hand. Alleen gingen mensen geld sparen. Je kon dat geld wel lenen maar dan moest je voor dat lenen wel betalen, daarmee ontstond er rente.

 

Rente ging overal  tussen zitten. Het brood dat je koopt is gemaakt in een bakkerij waar een hypotheek opzit met rente, de ovens zijn gefinancierd met rente, etc. Ik hoorde eens het verhaal dat tot wel 30% van de prijs van een product bestaat uit rente. Eigenlijk lekkapitaal, want als je geld alleen zou gebruiken zonder rente zou dat een stuk schelen in de kostprijs. Waar lekt dat geld allemaal naar toe dan? Zou dat uiteindelijk niet die top 1% van Bernie Sanders zijn?

 

Een ander voorbeeld van lekkapitaal: energie en telecom. (Buitenlandse)  investeerders ontdekten dat het bezitten van Infrastructuur waar maandelijks voor betaald wordt lucratief is om in te investeren. Dus toen er aandelen te koop waren van Telecom en Elektriciteit waren ze er als de kippen bij. Nu betalen klanten heel veel aan de bezitters van die netwerken terwijl ze soms na 5 jaar al terugverdiend zijn. Maandelijks vloeit veel geld over de grote plas en in de zakken van die rijkste 1%

 

Willen we als regio de trend keren dan zullen we kapitaal in de regio moeten houden. Lees daarover ook mijn vorige blogs. Dat kan prima door te zorgen dat we de infrastructuur weer in eigen hand krijgen en werken met rentevrij kapitaal. Daar komen nu de middelen voor beschikbaar. We kunnen er nu al mee aan de slag. dat zal eerst klein beginnen maar er zijn al op diverse plaatsen in de wereld voorbeelden dat het wel kan. Van onder af met elkaar. Zorgen dat er zo weinig mogelijk geld weg lekt.


Ik heb in bovenstaand figuur het proberen uit te leggen. Natuurlijk is het veel te simpel. Het stelt een product voor: zeg groenten. Dat moet worden verbouwd en geoogst. Daar zitten kosten aan vast en het moet getransporteerd worden. Als het goed is houdt de boer winst over. Winst wat hij als het goed is weer besteed in de regio. Overal bij de productie zit lekkapitaal. De rente van de leningen, inkoop van de zaden, bestrijdingsmiddelen, gereedschap, opslag maar ook het transport. Dan komt het in de winkel en daar geldt hetzelfde. Eigenlijk lekt er geld weg als rente in het spel is of er geld weglekt naar grote aandeelhouders.De kunst is om kapitaal te gebruiken waar geen rente over geheven wordt. Dat geld is op komst. Wil je er meer van weten ga dan naar http://www.socialtrade.nl Er is ook een boek over verschenen onder de naam @nder geld. Het mooie ervan is dat het gratis te krijgen is in de weggeef variant. Je krjigt het gratis met de voorwaarde dat je het weer weggeeft. Ik heb er een dus de eerste die zich meldt stuur ik het boek. Het is lokaal geld maar dan ook internationaal in te zetten. Het fascineert me wel. Ik zou wel eens met een groep mensen er over door willen praten. Wie heeft belangtelling?

Ruralization

himmeldei“Ik ben een plattelandsmens”.

 

Niet dat ik een hekel heb aan een stad, integendeel ik kom er graag. Maar om te wonen en leven kies ik toch voor een dorp. Nu blijkt dat ik daarmee afwijk van het merendeel van de wereldbevolking. Uit een onderzoek in 2008 is gebleken dat er meer mensen in steden leven dan op het platteland. Daarvoor was het omgekeerd.

 

Die beweging wordt Urbanization genoemd. Overal ter wereld wordt deze verandering waar genomen. Veel mensen kiezen voor deze leefomgeving omdat gezegd wordt dat het beter zou zijn om in een stad te leven. Voordelen van het leven in een stad zijn o.a. betere kansen voor onderwijs, meer kans op werk, het hebben van voorzieningen in de buurt en er is een groter aanbod en verscheidenheid van goederen en diensten. Er kleven ook wel nadelen aan: vervreemding, stress, duurder qua levensonderhoud, hogere luchtvervuiling, hogere criminaliteitscijfers en negatieve sociale aspecten. Deze negatieve punten zorgen ervoor dat veel mensen kiezen om in buitenwijken van een stad te gaan wonen.

 

Er is ook wel een andere beweging te bespeuren, de trek naar het landelijk gebied door:

  • een betere kwaliteit van leven
  • de overtuiging dat het een veiliger en plezieriger omgeving is voor kinderen om op te groeien.
  • mindervervuiling en meer open ruimte;
  • goedkopere grond om te kopen en lagere huizenprijzen.
  • bedrijventerreinen op mooie locaties en ruimte om uit te breiden.

 

Toch lijkt de trek naar de stad nog steeds door te gaan.

 

Er is ook anders te kijken naar deze problematiek.In een stad wordt er een soort filter toegepast: rijk bij rijk, arm bij arm, arbeiders buurten, allochtone wijken en buurten voor de beter gesitueerden. Binnen zo’n wijk is er een soort monocultuur. Daar weet men amper wat er buiten de eigen buurt of stad speelt. Het duidelijkste bekende voorbeeld is de Amsterdamse grachtengordel.  

 

In dorpen heb je dat soort scheidingen niet echt. We wonen sinds een paar maanden in Visvliet. Een dorp op de grens van Friesland en Groningen, waar nog geen 400 mensen wonen. Of je wilt of niet je komt daar van alles tegen en je moet het als dorp met elkaar rooien. Voor mijn glasvezel activiteiten was ik de afgelopen week ook bij een vergadering van dorpsbelangen in een ander dorp en daar zag ik hetzelfde. De agrariër, ICT manager, kapper en heftruk chauffeur allemaal bezig met de woonomgeving. Dat maakt voor mij een dorp juist zo leuk. De boerenslimheid gecombineerd met academische denkkracht.

 

Gisteren was ik bij een bijeenkomst voor vernieuwingen in de stad. Allemaal hoger opgeleide mensen die nadenken over hoe het anders zou moeten met de wijken in de stad. Veel praten over en weinig met betrokkenen. Het mooie van een dorp is dat het al ingebakken zit en een dorp. Steden kunnen nog heel veel leren van dorpen. In een dorp is men gewend om dingen zelf uit te vinden. Lang niet alles is voorhanden en dat maakt mensen soms slim en vindingrijk.


Zeker als het gaat over voedsel verbouwen en plaatsen van zonnecollectoren. Alleen dat al maakt het wonen in een landelijke omgeving waardevol. Maar er is meer wat een dorp en het platteland waardevol maakt. Men is gewend met elkaar samen te werken. De professor en de bouwvakker, de IT-er en de kapster. Denken en doen zijn bij elkaar daar kunnen steden nog heel veel van leren. Waar ik de rest van mijn leven ook ga wonen, vast dat het op het platteland is.