Menu Sluiten

Maand: juni 2016

Let’s go Nuts over markt en macht

huisje_465“Nee het is geen nutsvoorziening”. Avond aan avond mag ik uitleggen dat de telecomsector een competitieve markt is. Daar knokken de bedrijven voor hun marktaandeel. Dat hebben we met elkaar besloten. Nou ja meer dan de helft van ons heeft dat bepaald. De rest moet het slikken want het is democratisch bepaald.De achterliggende gedachte is dat de consument daardoor altijd het beste aanbod krijgt voor het minste geld. We kunnen kiezen.

 

Marktpartijen zullen altijd streven naar een zo groot mogelijk marktaandeel. Het kunnen domineren van de markt. Het is het mooist voor een bedrijf dat het (nagenoeg) een monopolie bezit. Dat klanten niet om je heen kunnen. Dat zie je in het groot (Microsoft of Google) maar soms zie ik dat ook in het klein bijvoorbeeld op een waddeneiland waar soms de prijzen relatief hoog zijn omdat je geen keus hebt.

 

Bij telecom is het van belang om bezit te hebben van de verbinding naar de klant. KPN heeft naar alle huizen en bedrijven een verbinding liggen. Dat was ooit door de staat aangelegd en dat hebben ze gekregen / overgenomen. Feit is dat ze de toegang tot iedere woning bezitten en in veel gevallen is er ook nog een toegang via Ziggo. Om te voorkomen dat die 2 bedrijven de koek gaan verdelen heeft de overheid besloten dat ook andere bedrijven gebruik mogen maken van de 2 KPN draadjes naar iedere woning. De overheid heeft zelfs prijzen bepaald voor dat gebruik. Het orgaan wat er op moet toezien en regelt is de ACM (Autoriteit Consument en Markt). Nu hoeft Ziggo die verplichting raar genoeg niet. Allereerst heeft Ziggo ook niet naar ieder huis toegang en het is technisch niet mogelijk is het verweer. Hoewel Tele2 ooit wel diensten over het Ziggo netwerk heeft geleverd. Het kan dus wel.

 

Kortom heb je de toegang tot een pand en bent je de enige, dan ben je spekkoper. KPN ontvangt iedere maand van iedere klant een paar tientjes voor een netwerk wat er soms al 60 jaar of langer ligt. Hoog tijd voor vernieuwing en dat doen ze ook. Alleen in gebieden waar dat snel rendeeert. Grotere kernen met weinig afstand tussen de woningen. Wat er overblijft is niet snel terug te verdienen. In markttermen: het is niet rendabel. Vroeger maakte dat niet uit. Telecom was een nutsvoorziening. Er zijn heel veel goedkoop aan te sluiten adressen en maar heel weinig erg dure. Gemiddeld kom je wel uit. Dat is het principe van een Nutsvoorziening. Een nutsbedrijf is een bedrijf dat, vaak vanuit een monopoliepositie, opereert in een sector die beschouwd wordt zijnde van openbaar nut omdat het belangrijke producten of diensten levert die in het algemeen belang zijn. (volgens Wikipedia)

 

Nu ben ik benieuwd naar de kleinste plaats waar KPN/Reggefiber zelfstandig gestart is met het aanleggen van een glasvezelnetwerk. Bij kleinere plaatsen heeft KPN alleen belangstelling als overheid of bewoners fiks bijleggen. Mijn voorstel zou zijn zet een streep onder de kleinste kern die KPN / Reggefiber ontsloten heeft met een glasvezelverbinding. Verklaar al het andere tot gebied waar een nutsvoorziening wordt aangelegd. Voor en door de bewoners. Het kan prima uit. Het draagt gigantisch bij tot de economische en sociale vitaliteit.

 

Verklaar grote kernen tot marktgebied daar is men gewend aan een groter aanbod van winkels en voorzieningen. Daar gedijt een markt, is de betrokkenheid bij de eigen omgeving vaak iets minder. En verklaar kleine kernen en landelijk gebied tot gemeenschappelijk ondernemend. Daar doe je het samen. De tarieven blijven onder de markttarieven en het geld blijft in de regio en vloeit niet naar de aandeelhouders van de marktpartijen. En dan niet alleen voor Telecom maar ook voor energie, zorg en vervoer. Lees ook meer over Nieuwe Nuts. Onder de kreet “Let’s go Nuts!!!” Maak me gek.

 

 

Bevingsgeld foetsie

geld wegGlasvezel in het buitengebied houdt me aardig van de straat. Met name in Groningen en Drenthe (hoewel ik ook wel eens over de grens stap naar Friesland). Geweldig mooi om te zien hoe bewoners zelf aan de slag gaan (uit de nood geboren) om zelf een netwerk aan te leggen en te bezitten. Het is een lange weg vol hobbels en valkuilen. Maar het gaat zeker lukken in mijn ogen.

 

Nu is het zo dat er bij de provincie Groningen geen geloof is in de kracht van eigen inwoners. “Jan, dat gaat niet lukken” hoor ik dan. Bewoners zijn daar niet toe in staat om het voor iedereen te regelen. We willen het in één keer regelen voor de hele provincie. Waarbij het bevingsgebied voorrang heeft daar is geld voor beschikbaar.  

 

Nu hoorde ik gisteren een mooie uitdrukking, er is geld beschikbaar “À Fonds Perdu”. Dat is een mooie uitdrukking voor het geld weggeven met de wetenschap dat het nooit meer terug komt. Met dat geld wil de provincie marktpartijen overhalen diensten te leveren in het onrendabele gebied.  Hoezo onrendabel??? Want met een coöperatieve aanpak kan het wel en dan is het blijkbaar wel rendabel. Er worden alleen geen grote winsten behaald. Natuurlijk moeten die bedrijven zelf ook geld meebrengen. Alleen zullen de aandeelhouders van de bedrijven vragen : "Hoe snel is dat terugverdiend?"

 

In de gesprekken die ik gevoerd heb met de provincie (dat gesprek is opeens gestopt toen men begreep wat mijn drijfveer is) hoorde ik vaak over de onrendabele top. Dat is dus een uitdrukking van de markt. Het geloof dat de markt de oplossing biedt, is erg groot. Ergens begint het bij mij dan te jeuken. Want geld weggeven aan de markt,- pardon beschikbaar stellen À Fonds Perdu, om vervolgens tot in de eeuwigheid commerciële diensten te moeten afnemen,  voelt niet goed. Waarom niet lenen aan een coöperatie? Dan blijft het geld in de regio. Ergens hoorde ik het argument het geld wordt niet weggegeven maar geïnvesteerd in de regio. Wat een kortzichtigheid. Ook bij een coöperatieve aanpak wordt het geld geïnvesteerd in de regio. En waarschijnlijk ook nog effectiever want bewoners kunnen allerlei slimmigheden inbrengen die een marktpartij niet kan. Bijvoorbeeld leggen over privé terrein. waarom zou ik dat voor een commerciële partij doen. Dat ligt anders als het is voor mijn eigen coöperatie.

 

Wat te denken aan de lokale bedrijvigheid. Lokale partijen worden betrokken bij de coöperatieve aanpak. Ik herinner me nog goed dat een paar jaar geleden Hongaren en Roemenen het netwerk in Leek en Marum hebben aangelegd. Terwijl Nederlandse kabelleggers thuis zaten toe te kijken. Allemaal in opdracht van Reggefiber / KPN. De partij die nu regelmatig met de provincie om tafel zit om aanspraak te maken op dat Fonds Perdu.

 

Het wordt nog gekker als je nagaat dat het Economic board Groningen geld ter beschikking stelt en dus indirect ook mee werkt aan dat “À Fonds Perdu”. Een deel van het geld wat bedoelt is om het bevingsgebied te ontwikkelen is foetsie. Weggegeven aan een marktpartij zodat die de businesscase rendabel kan maken, oftewel kan verdienen aan de inwoners van het bevingsgebied. Ben ik nou gek of hoe zit dit eigenlijk. Waarom dat geld niet ter beschikking stellen aan een bewonersinitiatief. Laat meer bewoners een rol spelen in de digitale ontwikkeling. En daar hoort de volgende boodschap bij: beste bewoners we wonen in een geweldig gebied.  Ver voor de jaartelling vochten we tegen de zee. Woonden we op Wierden. Het heeft ons onverzettelijk gemaakt. Bulten zand in het landschap maken of er een kabeltje in graven, wat is het verschil. Natuurlijk kunnen we die uitdaging aan. Niet voor niet is het derde couplet van ons volkslied:

Doar woont de dege degelkhaaid,
de wille, vast as stoal,
Doar vuilt t haart, wat tonge sprekt,
in richt- en slichte toal.

 

We laten ons toch niet leiden door “turfsmurfen, spreadsheetspecialisten, vinkvee” die wel weten hoe de economische markt werkt, maar geen flauw idee hebben hoe een cooperatieve aanpak werkt en wat Groningers wel en niet kunnen? Kom op nou.