Menu Sluiten

Maand: oktober 2024

Gemeenschappen

Mijn blog gaat heel vaak over gemeenschappen. Dat fascineert me enorm. Juist in een tijd waar individualisering hand over hand toe neemt, zijn gemeenschappen in mijn ogen een gezond tegengif. Niet dat gemeenschappen heilig zijn juist niet. Want gemeenschappen kunnen ook erg knellen. Denk alleen maar aan sektes waar soms mensen letterlijk uit moeten ontsnappen.

De vrijheid van het individu is een groot goed. Het kunnen worden wat je wilt, is tegenwoordig de heilige graal. Op zoek naar wie je bent en nog belangrijker wie je wilt zijn. En als dat allemaal niet lukt wacht de teleurstelling. Social media staan bol van de “geluksmomenten”. Soms zie ik mensen stralend een selfie nemen om vervolgens chagrijnig te kijken als dat moment voorbij is. Het levert mij gesprekken op bij de telefonische hulplijn waar ik vrijwilliger ben.  Eenzaamheid en “niet worden gezien” is daar een veel voorkomend onderwerp van gesprek.

Vaak vraag ik dan hoe iemand woont en of ze regelmatig mensen spreken. Dat is zelden het geval. Geen lid van een vereniging of kerk. Ik hoor wel regelmatig iemand die lid is van de sportschool. Maar dan wel een sportschool die 24 uur per dag open is en de deelnemers met oortjes in aan het sporten zijn. Eenzaamheid ontstaat vaak ook door ruzies waardoor families uit elkaar zijn gevallen. Corona heeft daar ook erg aan bijgedragen en omdat we niet meer mochten bijeen komen. Daardoor zijn veel verenigingen gestopt.

Verenigingen hebben moeite vrijwilligers te vinden. Voor een eenmalige actie lukt dat meestal nog wel maar iemand voor in het bestuur vinden is lastiger. Al jaren ben ik vrijwilliger in diverse besturen en merk ook dat het allemaal zakelijker wordt. Er is zelden ruimte voor de persoonlijke noot. Nu ben ik gezegend om in een klein dorp te wonen waar het nog overzichtelijk is. We hebben gelukkig nog tradities waar we elkaar ont-moeten. Bewust elkaar tegenkomen zonder dat we iets van elkaar moeten. 

Tradities brengen vaak mensen bij elkaar: Paasvuur, Carbit schieten, Straten volleybal, buurt BBQ, verjaardagvisite bij de buren, een toneelvoorstelling of Nieuwjaar revue in het dorpshuis. Kan je in deze gevallen spreken van een gemeenschap? In mijn ogen mist er nog iets om van een gemeenschap te spreken. Dat zou wel eens kunnen zitten in dat streepje in ont-moeten. Waarom ga ik naar de bijeenkomsten? Om te ontmoeten! Misschien juist omdat ik dat van mezelf moet. Omdat ik graag onderdeel wil zijn van iets, er bij willen horen. Zodra dat streepje verschijnt verdwijnt de gemeenschap. 

Natuurlijk is iedereen vrij om zich van alles niets aan te trekken. Gewoon naar een festival om met duizenden uit het dak te gaan. Extreem uitgedost in welke gendervorm dan ook. Helemaal jezelf kunnen zijn. Maar als dat het enige is dan mist er in mijn ogen iets. Waar wordt je “echt gezien en nog belangrijker gehoord?” Niet gezien door die bijzondere outfit maar gezien als mens onder die kleding. Of juist gehoord. Dat maakt het werken aan de telefonische hulplijn zo bijzonder. Gesprekken die soms erg persoonlijk zijn. Er is even contact, vertrouwelijk, anoniem, een intiem moment met ons beiden. Ergens las ik dat een gemeenschap ook iets intiems iets vertrouwelijks in zich heeft. Een mooie gedachte om in een volgende blog eens te gaan verkennen.

Regel is regel!

Een beetje een vervolg op mijn vorige blog “Nood breekt wet” is “Handelen in de geest van de wet”. Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat je een regel niet al te strikt kunt toepassen. Ik stop bijvoorbeeld soms bij een stopverbod om een ​​aanrijding te voorkomen. De toeslagenaffaire heeft duidelijk gemaakt dat de overheid vaak “naar de letter van de wet” handelt. Achteraf legde men veel te zware sancties op. De redelijkheid ontbreekt. We leven in tijden waarin, zeker in de politiek, men redeneert naar de letter van de wet. Zeker als het om Europese wetten gaat, gedraagt ​​onze overheid zich roomser dan de Paus. Maar ook schiet de overheid door met sancties als men niet goed handelt. Wat dat betreft kunnen we in Nederland een voorbeeld nemen aan Spanje: als je daar een boete krijgt en je betaalbare op tijd, dan betaal je maar 50%.

Nu leggen mensen een stukje coulance vaak gelijk uit als een recht. Mannen schermt al snel met het gelijkheidsbeginsel. Wat voor de één opbrengst moet ook voor de andere gelden. Een oud Nederlands spreekwoord zegt iets anders: De één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. Je hebt nu eenmaal werkpaarden en sierpaarden. In deze tijd kennen we praktische mensen en theoretici. De laatsten werken vaak in bullshitbanen, terwijl mensen met een praktisch beroep bezig zijn dingen te scheppen.

Een praktisch ingesteld iemand knijpt vaker een oogje dicht omdat hij of zij weet dat “regel is regel” lang niet altijd werkt. Een beetje onder het mom van: als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. Vaak overziet hij of zij de gevolgen van het eigen handelen. Een theoretisch onderwezen iemand kan dat minder goed en valt vaak terug op regels en voorschriften. Daarbij handelt hij of zij volgens de regels. Een echte vakman weet wanneer hij zich aan de regels moet houden en wanneer niet. En dát is vaak niet in regels te vatten.

Slachtoffer van eigen beleid.

Jaren geleden gebruikte ik eens bij toeval de kreet “je moet nooit slachtoffer worden van je eigen beleid.” Oftewel je hebt ooit iets besloten en achteraf blijkt het niet goed uit te pakken. Dan blijf je daar niet in hangen is vaak mijn advies. Dat is natuurlijk vrij aan iedereen om in de eigen misère te blijven zitten. Maar dat is niet wat ik zelf wil. In Nederland kennen we uitdrukkingen die daar ook op slaan. “Beter te halve gekeerd dan te hele gedwaald!” Of misschien nog actueler “Nood breekt wet!”

Er zijn natuurlijk een paar uitzonderingen. Bijvoorbeeld als je iemand iets hebt beloofd wat achteraf je niet goed uitkomt. Maar ook dan is het niet onverstandig in gesprek te gaan om te kijken of er een oplossing mogelijk is. Dat overkwam met laatst toen iemand me om een advies vroeg. Haar zoon en kleinkind kwamen over uit het buitenland op bezoek. Nu had ze op dat moment een afspraak met de gemeente voor ondersteuning. Wat te doen want die afspraak met de gemeente durfde ze niet af te zeggen. Op mijn vraag wat ze het belangrijkst vond, antwoordde ze: “het bezoek van mijn zoon”. Het mag duidelijk zijn wat ik haar adviseerde. Ze was merkbaar opgelucht.

Als ik zo naar onze overheid kijk lijken ze ons land te storten in ellende die we, ooit zelf hebben bedacht. Ik zag op Linkedin een video waar Louise Fresco (WUR) nog eens kernachtig uitlegt dat het stikstofprobleem door Nederland zélf is gecreëerd. De blogpost is hier te zien. Ze was tot 2 jaar geleden bestuursvoorzitter van Wageningen University & Research. Dus niet de eerste de beste. Wat ze noemt in de video is dus een mooi voorbeeld van slachtoffer van ons eigen beleid.

Heel actueel is de asielcrisis die door een groot deel van Nederland ook zo wordt ervaren. Nu zijn de progressieven onder ons altijd van de voorwaartse richting en vooral niet achterom kijken. Ze hangen de mening aan dat Nederland moet veranderen. Opgaan in de vaart der volkeren, al die internationale bezoekers zijn een verrijking. We moeten voor al die kansparels ruimte maken. Het vervelende is dat de progressievelingen op een of andere manier zich verheven voelen boven andersdenkenden. Dat leidde er eens toe dat een minister uitriep: wie zijn die mensen?” Dat zijn dus de mensen die ervaren en zien dat het vast loopt in ons land. En het ook zo ervaren. Meer dan de minister die dat roept vanaf de achterbank van de auto met chauffeur.

Als je geen slachtoffer wil zijn van eigen beleid moet je dus je beleid gaan veranderen. En als je afspraken hebt gemaakt met anderen, kan je daar altijd over in gesprek. Maar als het echt te bond wordt dan pas je de wet aan volgens ons mooie spreekwoord: “Nood breekt wet!”