Menu Sluiten

Maand: februari 2011

Het wordt toch anders

Een poosje geleden sprak ik met Jaap Peters, mijn held. Ergens in het verleden kwam ik op het spoor van zijn boek: de intensieve menshouderij. Ver voor de financiele crisis. Jaap is druk het Rijnlands organiseren te promoten onder de naam Slow Management. In het verleden maakte ik eens een weblog over de Intensieve Menshouderij en dat bracht me veel publiciteit. OK het was midden in de zomer dus komkommer tijd in de media maar toch. Even terugkijkend dat was in 2005 blijkbaar lagen bonussen en de medewerker als productiefactor toen ook al onder vuur.

Wat is in een notendop het verschil tussen het Angelsaksische model en het Rijnlands organiseren? Het Angelsaksische model gaat erg uit van een Top-down benadering. Er wordt een plan gemaakt de leiding van het bedrijf gaat ermee akkoord en vervolgens wordt de koers gelopen volgens het plan.  Afwijkingen op het plan worden maar slecht begrepen. En maar weinig mensen hebben de moed om dit aan te kaarten. Met als gevolg projecten die dramatisch verlopen. Om hier voorbeelden te noemen lijkt me overbodig. In het verleden is het mechanisme van de bonussen verzonnen. Ik kan me herinneren dat toen er bij ons (ICT bij KPN begin 20e eeuw) de bonussen werden ingevoerd dat ik gewoon kwaad was. Hoezo? Ik kreeg toch een goed salaris en hoezo? Ik heb toch geen extra geld nodig om te stimuleren mijn werk goed te doen. Maar het was natuurlijk wel een mooie financiele meevaller. Dus mijn frustratie werd niet zo goed door collega managers begrepen. Ik heb de managers om mij heen zien veranderen, sommigen verdwenen buiten beeld en er kwamen andere managers die het halen van het plan belangrijker vonden dan wat ik deed. Een van mijn managers had als ultieme wens dat ik er voor zou zorgen dat hij financieel onafhankelijk kon worden. Letterlijke tekst. Het luidde mijn weg naar zelfstandigheid in.

Dat moet veranderen dus. De onderstroming is al langer aan de gang en het moet alleen nog even duidelijk worden bij beslissers en op ander plaatsen. Maar dat is een kwestie van de tijd. Het jammere is alleen dat er op scholen nog steeds gedoceerd wordt volgens het Tayloriaans principe. De mens als productiefactor.  De pret HBO opleidingen zoals MER (Management Economie en Recht) puilen uit. 10 keer zoveel studenten dan bij een studie Electrotechniek. Bij de MER worden studenten geleerd hoe ze door middel van rattenstreken hogerop kunnen komen (medio 2009) en ik heb niet het vermoeden dat dat nu niet meer gebeurd. Allemaal studenten die wordt voorgehouden dat ze straks manager worden en zo anderen aansturen. Brrrr.

Rijnlands organiseren dus. Ik kan dat niet beter uitleggen dan Jaap Peters. Dus hieronder een video van een presentatie van hem over slow management. En over hoe het in het onderwijs anders moet? Dat staat in het filmpje eronder. 

 

Volstrekt overbodig

Ik kan m nog herinneren dat een collega bij KPN Opleidingen (25 jaar geleden) het volgende verhaaltje vaak vertelde: Een moeder vroeg aan haar zoontje waarom hij zijn zusje met een stok sloeg. Ze kreeg als antwoord: ik vond die stok en daar moest ik iets mee doen. 

Ik moet er de laatste tijd vaak aan denken want ik zie op een hele hoop plekken in de maatschappij dingen die worden gebruikt omdat ze er toch eenmaal zijn. En laten we wel wezen, een hoop van de consumenten wordt verleid tot impuls aankopen. Dingen aan te schaffen die je een moment ervoor nog niet van plan was te kopen. 

Maar op veel  ander fronten gebeurt hetzelfde. Managers bijvoorbeeld. Ik kan er over meepraten want ik ben zelf een kleine 15 jaar manager geweest. Soms ook als een soort van meewerkend voorman .En dan moet ik al snel erkennen dat ik niet de beste prestaties leverde, collega's waren vaak veel beter in de uitvoering. Maar als manager had ik ook de rol de afdeling naar buiten te vertegenwoordigen en dan was het handig dat je ook dingen uitvoerde want dan wist je waar je over praatte. In ander functies had ik vaak het gevoel dat ik manager mocht zijn omdat de medewerkers liever aan het werk waren dan te vergaderen waar managers het vaak zo druk mee hebben. (over cijfers, begrotingen, jaarplannen, ontwikkelen van medewerkers en allerlei andere abstracte zaken). Vaak had ik het gevoel als we nu eens al die managers ontsloegen dan ging het bedrijf gewoon door. De slimme medewerkers zouden het er vast wel gewoon er even bij doen. Maar ja die managers waren er nu eenmaal dan moesten ze ook maar wat doen. Alle dagen heel druk.

En het voordeel van manager zijn is dat je anderen mag vertellen wat ze moeten doen. Zelf hoef je dan niet meer aan de bak. Bijkomend voordeel is dat je in veel gevallen ook meer verdient. Al jaren staat een manager hoger in aanzien dan een prima uitvoerend vakman. En als je dan manager bent dan blijven er natuurlijk vervelende klussen. Bijvoorbeeld direct uitvoerend personeel onder je. Die hebben zo allemaal hun eigen aardigheden. En je wordt dagelijks geconfronteerd met de problemen van de uitvoering. Tijd om er een coordinator aan te stellen.  En een nieuwe leidinggevende is ontstaan.

Vrijdag waren we bij de bouwmarkt om verf te kopen en om het te laten mengen. Niemand kwam opdagen en (ik vermoed) de manager kwam ons uitgebreid vertellen dat het wel al 5 jaar geleden was dat hij dat had gedaan. Maar hij zou ons helpen want hoe moeilijk kon het zijn. Het resultaat was dat hij de pot verf verkeerd in de "schudder" stopte. De bus met verf schoot open en gelukkig zat het in een afgesloten ruimte. Die was dus in een ogenblik keurig gebroken wit van binnen. Gelukkig was het op waterbasis. Het was een lekkere knoeiboel. Gelet op de rest van het personeel dat kwam kijken had de man wel een bijzondere positie want er was het nodige leedvermaak. Het sierde hem dat hij dat zelf opruimde en ik hoop dat het tot gevolg heeft dat hij wat vaker bijspringt. 

Hetzelfde is te bespeuren bij de overheid. In het dorp organiseren we regelmatig activiteiten en de laatste jaren worden de eisen aan er organisatie steeds hoger. Een wandeltocht bijvoorbeeld heeft EHBO-ers en Verkeersregelaars nodig. (EHBO-ers spreekt voor zich om blaren te prikken of voor andere ongemakken) Verkeersregelaars komen te staan op gevaarlijke plaatsen. Ons dorp kent intussen tientallen verkeersregelaars. Die moeten allemaal een opleiding volgen bij de politie. Nu wandel ik wel vaker en ik doe soms aan tochten mee waar het aantal deelnemers ongeveer even groot is (of meer)  en …… geen verkeersregelaar te zien.  Ik mocht eens aanschuiven bij een overleg bij de gemeente over de feestweek. Het draaiboek telt ondertussen meer dan 100 bladzijden. (stand 2 jaar geleden). Er zaten minimaal 6 mensen aan de overkant van de tafel. Allemaal op grond van hun functie erg belangrijk te zijn.

Ook in de zorg zijn er van die situaties te bespeuren. Ik sprak laatst met een ouder iemand en dit vertelde mij dat hij jarenlang in de veronderstelling was geweest dat als hij 65 was hij naar het bejaardentehuis kon en dan niets meer hoefde te doen. Een soort Zwitserleven gevoel: er wordt hele dagen voor je gezorgd. Nu is voor iemand zorgen vanuit een Zwitserleven gevoel totaal iets anders dan Zorg verlenen aan iemand die niet meer in staat is voor zichzelf te zorgen.  De laatste tijd hoor ik steeds vaker het begrip Leisure, vertaal is dit: vrij, zonder verplichting, ontspannen. Ergens ligt dit begrip heel mooi in een klimmende reeks: Leisure, Welzijn en Zorg.

– Leisure: vrij je hoeft niets je mag van alles
– Welzijn: In het woordenboek staat : goede gezondheid. Voor mij gaat het verder: het zich goed voelen.
– Zorg: toewijding, behartiging.

Raar genoeg wordt er bij leisure zelden gesproken over welzijn. Hier ligt nog een wereld te winnen. Immer hoe besteed je je vrije tijd? Vermaak je je of laat je je vermaken omdat het er immers toch is. Ik zie dan steeds de hofnar voor me die de koning moet vermaken maar de koning ergert zich steeds meer aan de hofnar. Maar ja die was er nu eenmaal. Volstrekt overbodig.

Nog een volstrekt overbodig bord, voor meer nutteloze borden staan op http://www.bannedinhollywood.com/23-completely-useless-signs/

Er is iets aan de hand met de leefbaarheid op het platteland.

Dat is de indruk die ik heb overgehouden van de Groninger Dorpendag die werd georganiseerd door de vereniging Groninger Dorpen vorige week zaterdag in Delfzijl. Ruim 300 mensen bezochten de dag en er is veel gesproken over de leefbaarheid in dorpen in Groningen. En het klinkt raar maar op zich gaat het goed. Tenminste in een zeker opzicht want het is wel een feit dat de voorzieningen achteruit gaan. Door de bezuinigingen is er minder geld beschikbaar. Het heeft wel tot gevolg dat in veel dorpen de mouwen worden opgestroopt en dat de inwoners zelf dingen ter hand nemen. 

De enige die nog het woord krimp in de mond nam was Max van der Berg maar dat hoeft niet te verbazen want de politiek is vaak volgend op wat er in de samenleving gebeurd. De politiek denkt daar trouwens zelf anders over en hebben nog vaak de illusie dat de maatschappij maakbaar is. Er is dus heel weinig gesproken over krimp en hoe dat te bevechten want bij de meeste aanwezigen was het wel helder dat krimp een gegeven is, het gaat erom hoe je er mee om gaat.

Leefbaarheid dus en dat kwam wel vaak aan de orde en met name hoe je als dorp met elkaar om gaat. Want een ding is duidelijk het merendeel van de aanwezigen op de dorpendag wilde ook op latere leeftijd op het dorp blijven wonen. Jarenlang is gedacht dat het concentreren van zorg beter was, Zo zijn er her en der grote zorginstellingen ontstaan. Met als gevolg dat veel ouderen op hoge leeftijd nog moesten verhuizen van een dorp naar een grotere plaats. En als er een ding is wat je nooit moet doen: een oude boom verplanten. Dat begint nu langzamerhand door te dringen. Door oudere mensen uit hun vertrouwde omgeving te halen worden ze ontworteld en veel aarden niet in de nieuwe omgeving. Met als gevolg dat er een grotere vraag komt naar zorg en er moeten welzijn activiteiten worden georganiseerd. Dat dat op de lange duur niet houdbaar is blijkt uit de cijfers van vergrijzing en ontgroening (er komen steeds minder jongeren). Dat is wereldwijd een probleem. Maar het is het best merkbaar op het platteland waar de jeugd ook nog vaak weg trekt naar de economische centra waar eenvoudiger werk te vinden is. En het allereerst is het zichtbaar op plaatsen waar het economisch niet al te best gaat. Het voormalig Oost Duitsland kent van die streken maar ook in Frankrijk zijn er spookdorpen.  

Het organiseren van leefbaarheid dus in plaats van zorg verlenen. Daar staan de Provincie en gemeenten voor nu nu ze nieuwe taken hebben en nog meer krijgen opgelegd vanuit de landelijke overheid op het gebied van de financiering van zorg en welzijn. Ik bespeur nog weinig verandering in het denken en handelen op dat gebied. Met name als het gaat om bezuinigen hanteert men de kaasschaaf. Terwijl er prachtige kansen liggen om het anders te doen. En de dorpen willen wel. Maar veel gemeenten blijven inzetten op het concentreren van voorzieningen. Op zich dom want zorg voor leefbare dorpen en geef dorpen meer ruimte om zelf dingen te regelen en automatisch komt er minder druk op zorg. Of misschien beter gezegd de toenemende druk neemt minder snel toe want vergrijzing en ontgroening is niet echt te stoppen.

En als we het dan hebben over de laatste levensfase. In Oldenburg hoorde ik dat 80% van de mensen graag wil overlijden in de eigen omgeving. In de praktijk blijkt dat maar 23% te zijn. En dat 80% van de kosten van de zorg gaan zitten in de laatste jaren van iemands leven. Ik zou niet weten waarom de cijfers bij ons anders zouden liggen. Nu zijn de laatste jaren van mensen op hoge leeftijd kwalitatief niet de allerbeste. Veel kennissen zijn al weggevallen kinderen die vaak niet in de buurt wonen. Een goede sociale omgeving kan hier een hoop in doen. Dan kan het maar zo zijn dat het onder aan de streep ook nog eens allemaal kan met in verhouding veel minder geld. Wat ik eigenlijk wil zeggen. Koester de voorzieningen op het platteland want die zouden in de toekomst nog wel eens hard nodig zijn.

Hieronder de oproep om te gaan stemmen. Pé en Rinus met Groninger dorpen. Een aanrader, echt even kijken.