Menu Sluiten

Categorie: gemeenschap

Deugdoelen of mensgericht

In een wereld die bulkt van de grote verhalen – klimaatverandering, geopolitieke spanningen, inclusiviteit en de Sustainable Development Goals (SDG’s) – lijkt het soms alsof we verdwalen in abstracte idealen. Deze ‘deugdoelen’ zijn nobel, maar vaak zo groot en ongrijpbaar dat ze ons een gevoel van machteloosheid kunnen geven zoals het water in een korf verplaatsen. Wat kun je als individu nou écht bijdragen aan zoiets als wereldvrede of een CO2-neutrale planeet? En is dat gevoel van onmacht terecht, of kunnen we onze energie beter richten op Real Human Goals – concrete, mensgerichte acties waar we zelf invloed op hebben?

Deugdoelen: Groot, maar Veraf

De SDG’s van de Verenigde Naties, zoals armoedebestrijding, gendergelijkheid en klimaatactie, zijn indrukwekkende plannen. Ze geven richting aan overheden, bedrijven en organisaties wereldwijd. Maar laten we eerlijk zijn: als kan je er niets mee. Hoe draag jij bij aan ‘geen honger’ (SDG 2) als je dagelijks worstelt met je eigen boodschappenlijst? Hoe beïnvloed je ‘klimaatactie’ (SDG 13) als geopolitieke machten en grote bedrijven de toon zetten? En trouwens klimaat verandering tegenhouden is als Eb en Vloed willen tegenhouden.

Deze doelen zijn een ver-van-mijn-bed-show. Dat kan frustrerend zijn. Het risico? Dat we ons wentelen in goede bedoelingen – een herbruikbare koffiebeker hier, een donatie daar – zonder écht impact te maken. Of erger: dat we cynisch worden en denken dat het toch niets uitmaakt. Sterker nog ze pompen angst in de maatschappij alsof de wereld vergaat.

Echte Menselijke Doelen: Klein, maar Krachtig

Maar wat als we het omdraaien? Wat als we ons richten op Echte Menselijke Doelen – acties die dicht bij onszelf liggen, die mensgericht zijn en waar we wél controle over hebben? Denk aan het helpen van een buur, het delen van kennis, het opbouwen van een gemeenschap of het maken van bewuste keuzes in je dagelijks leven. Deze acties zijn misschien minder glamorous dan een mondiale klimaatconferentie, maar ze zijn tastbaar en direct.

Bijvoorbeeld:

  • Klimaat: In plaats van te stressen over mondiale CO2-uitstoot, kun je je eigen consumptie onder de loep nemen. Eet je lokaal en seizoensgebonden? Repareer je spullen in plaats van ze weg te gooien? Dit zijn kleine stappen, maar ze tellen op én geven je een gevoel van grip.

  • Inclusiviteit: In plaats van te debatteren over wereldwijde gelijkheid, kun je beginnen in je eigen kring. Luister je echt naar de mensen om je heen? Maak je ruimte voor anderen in je leven? Een inclusieve houding begint bij jezelf.

  • Geopolitiek: Wereldvrede is een prachtig ideaal, maar wat dacht je van vrede in je eigen omgeving? Een conflict met een collega of familielid oplossen met empathie is ook een vorm van vrede stichten.

De Balans: Idealen en Actie

Deugdoelen zoals de SDG’s zijn misschien waardevol als kompas, maar ze werken alleen als ze ons inspireren tot actie, niet als ze ons verlammen. Dan zaaien ze angst. Het is verleidelijk om te blijven hangen in abstracte discussies, eindeloos gesprekken over Geopolitiek volgen. Ik volg het alternatieve kanaal De Nieuwe Wereld maar knap er ook regelmatig op af. Wat een oeverloos geklets door theoretisch geschoolde mensen. Ze zijn een soort veiligheidventiel. Kijkers denken dat ze houvast hebben, dat ze het begrijpen. Maar ze worden ook apathisch.  Echte verandering begint bij wat je wél kunt doen, hoe klein ook. Een mensgerichte aanpak – focussen op wat je direct kunt beïnvloeden – geeft niet alleen resultaat, maar ook voldoening.

Dus, wat kies jij? Blijf je hangen in de grootsheid van deugdoelen, of zet je een stap naar Echte Menselijke Doelen? Misschien begint het met een gesprek, een kleine keuze, een moment van verbinding. Want uiteindelijk maken we de wereld niet beter door te dromen over perfectie, maar door te handelen met aandacht.

Ik werd geïnspireerd voor deze blog door www.realhumangoals.com en een artikel in www.deanderekrant.nl

Wat is jouw eerste stap? Laat het me weten in de reacties!

De Vierdaagse in verval

Het zit er weer op: mijn 13e Vierdaagse van Nijmegen. Vier dagen wandelen met zo’n 45.000 andere deelnemers. Ieder jaar opnieuw een feest om er weer bij te mogen zijn. Het is een voorrecht dat ik het kan lopen – want dat is niet iedereen gegeven. In augustus moet ik weer voor de jaarlijkse check-up naar de huisarts, maar de Vierdaagse is voor mij ook altijd een mooie graadmeter: als ik deze loop haal, gaat het nog prima met me.

Is het allemaal fantastisch?

Nou, nee. Je merkt dat de commercie de Vierdaagse steeds meer in haar greep krijgt. Even een kleine opsomming:

  • Het inschrijfgeld was in 2010 €49, nu is dat €115.

  • Koffie, thee en broodjes langs de route verdwijnen.

  • Alles moet ‘professioneel’: geluid, beveiligingscamera’s, reclamespandoeken langs de route.

  • Een blikje fris op de Wedren kost €5,50.

  • Het samen zingen met een dweilorkest is door Omroep Gelderland verdrongen door een DJ met vervangend gedreun.

Waarom loop je dan nog?

Goede vraag. Ondanks al dat geweld van markt en overheid (onder het mom van veiligheid) is er gelukkig nog veel gemeenschapszin te vinden. Tussen de lopers onderling, bij de mensen langs de kant. Straten vol standjes, waar families en vrienden zich vermaken – ieder met hun eigen muziekstijl. Maar het mooist zijn de straten met een thema, waar van begin tot eind dezelfde muziek klinkt. Daar zit iets achter: mensen die samen iets neerzetten, samen keuzes maken (en ongetwijfeld ook samen discussiëren over het muziekgenre). Gemeenschappen zijn nooit zonder gedoe. Maar voor iemand met een afwijking voor gemeenschapszin: heerlijk.

Hoezo ‘Vierdaagse in verval’?

Over het algemeen kun je stellen dat de individualisering ook bij de Vierdaagse heeft toegeslagen. Veel mensen lopen met oortjes in en sluiten zich af voor contact. Juist die ontmoetingen waren voor mij jaren geleden de reden om mee te doen – zeker nadat ik samen met mijn dochter meeliep.

Dat wat het leuk maakte, onderlingen contacten samen vierdaagse liedjes zingen, genieten van soldaten die elkaar met gezang opzweepten, het is er niet meer.

De kosten maken het ook steeds meer een elitair evenement. Een stel dat mee wil doen, is zo duizend euro kwijt. En met 47.000 inschrijvingen zijn we voorbij het maximum. Mijn wachttijd bij opstoppingen was flink – en daar wordt terecht over gemopperd. Het haalt de ontspanning uit het wandelen.

Marketing…

Vanuit marketingperspectief is het misschien een feest om erbij te zijn, maar ik zie vooral veel gemiste kansen. Een blikje fris van €5,50 zorgt er vanzelf voor dat mensen hun eigen spullen meenemen. Tegelijk hangen er posters door de stad: “Je bent een held als je aan de bar bestelt.”
Ze hebben volgens mij de marketing-P’s wat door elkaar gehaald. Voor mij is de belangrijkste P nog altijd die van Product. Beperk het aantal inschrijvingen tot 45.000. Stel de beleving van de wandelaar centraal.

Vroegere deelnemers kennen misschien nog de roep: “Met een banaan kun je er weer tegenaan – wie maakt me los?”
De dame die dat jarenlang riep, stond zelfs op twee vaste plekken op één dag: ze verplaatste zich met haar handel. Alleen: dit jaar was ze er niet. Jammer. Ik kon ervan genieten. Zoveel marketingpower zag ik zelden. Waar is ze gebleven?

En nu?

Volgend jaar ben ik er gewoon weer bij. Maar ik hoop dat bij de organisatie het wandelen weer centraal komt te staan. Gewoon terug naar het oude startsysteem, met meerdere momenten per leeftijdscategorie.

Al met al waren het vier geweldig leuke dagen die omgevlogen zijn.

Grote doelen… kleine daden!

Waarom we niet alleen voor de grote doelen moeten zorgen!

De laatste tijd merk ik iets dat me echt zorgen baart. Ik zie het dagelijks gebeuren: een groeiende blindheid voor de praktijk, voor de mensen om ons heen. Het lijkt alsof we vastzitten in grote ideeën en abstracte doelen, en daardoor de directe, menselijke problemen over het hoofd zien. Ik zag op linkedin ronkend verhaal dat begon met de tekst: Het is soms nauwelijks te verdragen. Verschrikkelijk om te zien hoe wetenschap in twijfel wordt getrokken. Verschrikkelijk om inclusiviteit ingewisseld te zien worden voor willekeur, seksisme, machismo, nihilisme. Verschrikkelijk om mee te maken hoe de rechtsstaat wordt uitgehold. Verschrikkelijk om te zien hoe in Gaza een genocide zonder harde tegenstand kan worden uitgevoerd. Verschrikkelijk om te zien hoe machtswellust zegeviert. ……
Vervolgens een analyse en het sloot af met de tekst “wie doet mee?” Vervolgens een hele hoop mensen die reageerde “ik doe mee”. Wat bij mij de vraag opriep: “wat gaan jullie dan doen?¨

Ik zie het gebeuren — en ik maak me er zorgen over.

Wat ik zelf merk, is dat we te ver af raken van de praktische problemen van de mensen in onze omgeving. We praten over oorlogen, klimaat, globalisering, en rechtvaardigheid, maar vergeten dat er in onze eigen straat of in onze familie mensen zijn die worstelen met alledaagse dingen: eenzaamheid, geldzorgen, problemen in de relatie. Ik zie dat steeds duidelijker, en dat maakt me bang.

Want als we te veel gericht zijn op grote idealen, raken we de praktische, menselijke kant kwijt. We worden blind voor de kleine, urgente problemen die zich in onze eigen omgeving voordoen. En dat vind ik zorgelijk — omdat ik weet dat echte verandering begint bij wat we dichtbij doen. Niet door erover te praten…. maar doen! Kleine dingen: boodschappen halen voor de buren die dat zelf niet kunnen. Of zoals vorige week zag in in ons dorp iemand die bij een oudere alleenstaande man de ramen waste.

En wat kunnen progressieven leren?

Ik ga even generaliseren. Progressieven zijn begaan met klimaat, inclusiviteit, Geopolitieke ontwikkelingen. Maar hé, ik wil jullie echt iets meegeven. Als progressieven, hebben jullie vaak grote idealen, en dat is belangrijk. Maar let op dat die idealen niet de praktijk gaan vervormen tot een soort abstracte missie. Blijf niet blind voor de mensen die naast jullie leven. Want de kracht van echte verandering zit niet alleen in grote verhalen, maar vooral in de kleine, menselijke daden.

Het is belangrijk dat jullie je blijven afvragen: “Hoe ziet mijn buurvrouw eruit? Wat hebben de mensen in mijn wijk/dorp echt nodig?” Zie ik die pakketbezorger wel echt, die na jouw pakket nog binnen het uur 12 andere adressen moet bezorgen? Want zonder die verbinding kunnen jullie grote doelen wel heel mooi klinken, maar blijven ze soms ver weg van de dagelijkse realiteit.

De rol van media en politiek

Wat ik ook zie, is dat in media en politiek vooral progressieve stemmen domineren. Daardoor krijgen andere geluiden weinig ruimte. Dat versterkt de blindheid voor de mensen die de maatschappij draaiende houden. Die mensen voelen zich niet gehoord, en dat maakt de samenleving minder evenwichtig. Dat is de echte reden voor de opkomst van PVV. En dan helpt het niet om af te geven op de vorm, om je afschuw er over uit te speken. Het helpt om contact te maken, in gesprek gaan is niet de oplossing dat is een ongelijke situatie. De praktisch geschoolde is niet bedreven in praten in abstracties. Die uit zich anders: Het is een klotenzooi, de rotzooitrappers van buitenlandse afkomst moeten ze het land uitflikkeren in plaats van met ze te theedrinken. Het domste wat een progressieveling kan doen is ze dom noemen want ze hebben vaak praktische wijsheid: Ervaring! Het zou goed zijn als ook mensen met praktische ervaring en andere stemmen meer zichtbaar worden. Alleen dan kunnen we samen bouwen aan een samenleving waarin niet alleen grote doelen tellen, maar ook de praktische en menselijke kanten. Oprechte waardering voor de mensen die zorgen dat er zaken voor elkaar komen en minder bewondering voor verbaal begaafde mensen. Want ooit met een beetje pech moet ook bij die intellectueel begaafde de kont afgeveegd worden of de luier verschoond.

Mijn persoonlijke zorg

Ik merk dat ik zelf ook soms die blindheid heb. Dat ik te veel nadenk over grote ideeën en daardoor de mensen in mijn omgeving niet altijd zie. Het is een voortdurende uitdaging om die balans te vinden: tussen denken en doen, tussen idealen en praktische hulp.

Want ik geloof dat echte verandering nooit in grote woorden zit, maar vooral in de kleine dingen die we dagelijks doen. In luisteren, helpen, en verbinden. Daar ligt volgens mij de kracht.

Dus mijn boodschap aan jullie, vooral de progressieven: blijf niet alleen in grote ideeën hangen. Kijk ook echt naar de mensen om je heen. Want echte verandering begint niet alleen in de wereld, maar vooral in onze eigen straat, in onze eigen levens. Laten we die balans bewaren, en samen bouwen aan een samenleving die niet alleen mooi klinkt in theorie, maar ook echt werkt.

Meer weten?

Ik zag een mooie uitzending bij Tegenlicht. Over de tegenstelling tussen progressief en conservatief. Het sluit mooi aan op 1 punt aan het eind na: Het gesprek met elkaar! Want als het gesprekken zijn met mensen die allemaal “Ik ook” riepen op de vraag:  “wie doet er mee?” Dan is het gewoon een nieuwe bubbel van abstracties die niets gaan oplossen.

De Tragiek van de Economie: Van Gemeenschapszin naar Individualisme.

Zoals de wind door de rietkragen waait, zo waait de kille wind van de economie door onze levens. En net als die wind soms een storm wordt die alles omverblaast, zo is de economie in haar huidige vorm een vernietigende kracht aan het worden. Een kracht die onze gemeenschapszin, onze collectieve kracht en uiteindelijk onze menselijkheid bedreigt.

Vroeger, in een tijd die veel van ons nauwelijks nog kunnen herinneren (en die onze kinderen al helemaal niet meer kennen), was er iets dat we Noaberschap (Commons in het Engels) noemen. Het was simpelweg het idee dat we samen sterker stonden. Dat we, door samen te werken, te delen en te zorgen voor gemeenschap (en de gemeenschappelijke goederen), een betere toekomst voor ons allemaal konden creëren.

Denk aan de watermolens die dorpen van energie voorzagen, aan de gemeenschappelijke weiden waar iedereen zijn vee kon laten grazen. Andere voorbeelden zijn: zadenbanken of de gezamenlijke zorg voor ouderen en zieken. Dit waren geen utopische dromen, maar de realiteit van het leven. Een realiteit gebaseerd op solidariteit, wederkerigheid en het besef dat onze individuele welvaart onlosmakelijk verbonden was met de welvaart van de gemeenschap. 

Maar toen kwam de economie. Niet de economie als een instrument om schaarste te beheren en welvaart te creëren, maar de ideologie van het economisch denken. De obsessie met groei, efficiëntie en winstmaximalisatie. De heilige graal van het Bruto Nationaal Product. Want het kan niet zijn dat we volgens die leer in gezamenlijkheid zaken beheren. Daar had men zelfs een uitdrukking voor “the tragedy of the commons”.  En in de schaduw van deze heilige graal, de economie, verdween de gemeenschapszin.

De commons werden overgenomen door de overheid of geprivatiseerd, gemeenschappelijke taken werden uitbesteed aan commerciële bedrijven, en solidariteit werd vervangen door individuele verantwoordelijkheid. “Red jezelf,” is het nieuwe credo. Of de kreet die ik verafschuw: “What’s in it for me””

Economische opleidingen  verhalen over de “tragedy of the commons”. Het idee dat een gemeenschappelijk goed, uiteindelijk uitgeput raakt omdat iedereen probeert er zoveel mogelijk voor zichzelf uit te halen. Maar wat we veel minder vaak horen, is de “tragedy of economics”.

De tragiek van de economie is het feit dat de obsessie met economische groei en individuele winst ten koste gaat van onze sociale cohesie. Het is de teloorgang van het collectief, de erosie van de solidariteit, de uitputting van onze sociale en ecologische reserves.

We zien het om ons heen:

  • De verarming van de publieke sector, omdat alles wat niet direct winstgevend is, wordt wegbezuinigd of uitbesteed.
  • De groeiende ongelijkheid, omdat de winsten naar de top vloeien en de lasten worden afgewenteld op de onderkant.
  • De vernietiging van het milieu, omdat de korte termijn winst belangrijker is dan de lange termijn duurzaamheid.
  • De toenemende individualisering, omdat we geleerd hebben om onszelf als individuele consumenten te zien in plaats van als onderdeel van een gemeenschap.

De tragedy of economics is geen abstract theoretisch concept. Het is de bittere realiteit van onze tijd de verloedering van onze wijken, de eenzaamheid van onze ouderen, de stress van onze kinderen, het slecht omgaan met het millieu.

Het is hoog tijd dat we de tragedy of economics aan het licht brengen. Dat we de ideologie van het economisch denken kritisch onder de loep nemen en alternatieven ontwikkelen die de gemeenschapszin, de solidariteit en de duurzaamheid centraal stellen.

Het is tijd om terug te keren naar Noaberschap, om de commons te herstellen en om onze menselijkheid te herwinnen. Het is tijd om te beseffen dat we samen sterker staan, dat onze individuele welvaart onlosmakelijk verbonden is met de welvaart van de gemeenschap. Sterker dat de toekomst van de mensheid afhangt van onze bereidheid om te delen, te zorgen en samen te werken. En het kan. We hebben voorbeelden te over, soms kleinschalig of onder de radar. Wikipedia, voedselbanken, Linux, Creative Commons, Land van ons of woongemeenschappen. Sommige misschien met nog een economische inslag maar de behoefte naar gemeenschap is er zeker.

Moge de wind van verandering waaien!

 

Denk mee over “gemeenschap”.

Dat krijg je ervan. Commentaar leveren en aandacht vragen voor een onderwerp, en opeens krijg je de gelegenheid er meer over te vertellen. Over een onderwerp waar ik veel over heb gelezen en ook veel over heb ervaren: gemeenschap!

Tot voor kort noemde ik het ‘gemeenschappen’, maar langzamerhand gaat het in mijn ogen niet om gemeenschappen, maar meer om gemeenschap. In het Engels ‘Commons’. Het is een begrip uit het verleden waar ik al veel over heb geschreven en waarover ik ook mocht meepraten in Pakhuis de Zwijger. Sinds die tijd is mijn beeld rijker geworden. Het is het ontastbare dat mensen bindt.

Wat is er gebeurd? Ik mocht bij het internetkanaal “De Nieuwe Wereld” komen praten over de kloof tussen theoretisch gevormde mensen en mensen met praktische ervaring. Het werd een leuk gesprek met Jelle van Baardewijk, waarnaar 28.000 mensen hebben gekeken. We kregen 940 likes en heel veel positieve reacties in de comments. Ik noemde daar al dat gemeenschappen mij boeien en dat ik er ook een boek over heb geschreven. Ik gaf ook aan dat ik daar graag eens over in gesprek wilde.

Die kans komt nu! Alleen niet via het alternatieve medium op internet, maar “real live” op 4 juli op het zomerevent van De Nieuwe Wereld. Het hoe en wat moet nog duidelijk worden. Het heeft de werktitel “Hoe bouw je gemeenschap e.d.” en ook “Praktisch denken / doenvermogen”. Mooi, want in beide titels staan werkwoorden en dat ga ik hopelijk ook proberen te verkennen. Het is een kleine zaal/tent waar maximaal 50 mensen in kunnen.

Komende week is David Bollier in Pakhuis de Zwijger en daarvoor heb ik me aangemeld om me verder te laten inspireren. Op dit moment lees ik zijn boek “Think like a commoner”. In mijn ogen is gemeenschap het tegengif tegen de overheid en de markt. Daar waar overheid en markt verschijnen, verdwijnt gemeenschap. Ik hoop op 4 juli met de zaal te verkennen waar we nog gemeenschap treffen en wat er nodig is om te voorkomen dat een initiatief wordt overgenomen door de overheid of, nog erger, door marktdenken.

Ik hoop de zaal maximaal te betrekken en vooral te inspireren en geïnspireerd te worden. De vorm waaraan ik nu zit te denken, is een korte inleiding, gevolgd door een vraag aan de aanwezigen om stil te staan bij hun eigen ervaringen met gemeenschap en gemeenschappen. En dan vooral verkennen hoe broze interacties van gelijkgezinden, of mensen die iets ongedefineerds samen hebben, opeens verdwijnen. Welke krachten veroorzaken dat? Zelf heb ik legio voorbeelden, maar ik hoop dit verder uit te diepen.

4 juli is voor mij spannend, maar ook inspirerend. Mocht je niet in de gelegenheid zijn om me dan te treffen, ik ben ook op 4 juni in Pakhuis de Zwijger. Maar natuurlijk ben ik altijd bereikbaar via www.janhut.nl. Ik heb al een korte video gemaakt via AI. Juist de andere kant van het spectrum als het gaat om gemeenschap. Daar wordt in een fragment van nog geen minuut uitgelegd wat er speelt met gemeenschappen.