(Dit bericht staat ook op www.dsg.nl)
In mijn vorige weblog besteedde ik aandacht aan de nog 1100 werkzoekende ICT-ers. Die bijdrage leidde ertoe dat radio Noord er aandacht aan besteedde. Het blijkt lastig te zijn voor niet ICT-ers te begrijpen hoe de branche in elkaar steekt. Er kwam een prikkelende reactie van Tom Jansen op mijn weblog waar ik wel dingen in herkende.
Er kan vanuit verschillende gezichtspunten naar de groep werkzoekendengekeken worden. Allereerst vanuit de kennis die nog op de bank zit. Wat
dat betreft stond er een leuk artikel in het Dagblad van het Noorden waar Rene Paas werd geciteerd. Strekking van het verhaal: hoezo ruimere ontslagmogelijkheden en langer doorwerken? Eerst maar eens de reservebank leeg!
Iemand anders zag vooral de commerciële mogelijkheden. Stel je voor, je zet een project op, schoolt een groep van 20 ICT-ers om of bij en je kunt een groep van 20 mensen met een opslag van € 20,- per uur wegzetten. Kijk eens hoe snel je dan binnenloopt. Een derde reactie was om een service centrum op te zetten voor het MKB met ICT problemen en vragen. De werkzoekenden kunnen dan via een laagdrempelige manier weer ervaring opdoen en het MKB is er ook mee geholpen.
3 totaal verschillende reacties op de problematiek
Maar om even verder op de reactie van Tom Jansen in te gaan. Ja ik herken dat er in grote bedrijven gestuurd wordt op cijfers en financiën. Daar heb ik ook al een eerder over geschreven in een bijdrage van 17 juni 2005 onder de titel Intensieve Menshouderij. en die van een week later gaat er nog verder op in.
In de begindagen van mijn ICT loopbaan verbaasde ik me over de hoge tarieven die voor sommige IT-ers moest worden betaald. Er was een afdeling waar 4 Baan specialisten zaten voor een tarief van 400 gulden per uur en dat al voor langere tijd. Er zat geen enkele relatie tussen het tarief en de prestatie. In de huizenhandel is er een uitdrukking: “het is niet een gek die het hoge bedrag vraagt, maar de gek die het hoge bedrag ervoor betaalt�. Schaarste maakt dat er hoge bedragen worden betaald.
Maar Tom heeft absoluut gelijk dat de branche zelf moet zorgen voor goede doorstroom mogelijkheden en scholing. Dat begint bij een goede
aansluiting met het regulier onderwijs maar ook daarna scholing op de werkvloer. Met dat laatste kunnen bedrijven zich onderscheiden en zo
aantrekkelijk worden op de arbeidsmarkt. Want er is een categorie werknemers die er voor kiest om een trucje te doen tegen een goede
betaling. Maar er is ook een categorie die kiest voor goede ontplooiingsmogelijkheden. En met de schaarste op de arbeidsmarkt
kunnen werknemers in toenemende mate kiezen voor een bedrijf die bij hun past.
Blijft natuurlijk de problematiek van ICT-ers die een afstand hebben tot de arbeidsmarkt zoals dat zo mooi heet. Daar zijn verschillende belanghebbenden: de overheid die de huidige uitkering betaald, de bedrijven die mogelijk baat hebben bij deze stille reserve en de
scholingsinstituten die aan om- en bijscholing kunnen doen. Een mooie opdracht om de voorspelling van Tom te weerleggen dat er volgend jaar
nog 1100 mensen werkzoekend zijn. Maar ik deel zijn mening dat als we niets doen de groep nauwelijks zal afnemen.
Het eind van het jaar staat bij ons vol met tradities. Of zoals andere mensen het zien verplichte nummers. Dat ik 50 jaar op hetzelfde dorp woon heeft iets vertrouwds. Daar moet je wel over kunnen want sommige dingen horen daar gewoon bij vind ik.
Het straten volleybaltoernooi hoort daar ook bij. Deze keer deed onze buurt mee met 3 teams. Afgelopen woensdag speelde ik niet mee, maar gisteren mocht ik meespelen. Ons team eindigde ergens in de middenmoot. Maar de andere teams van de buurt eindigden op de 1e en 3e plaats.Een geweldig succes dus. Zelf heb ik de finale niet meegemaakt want ik probeerde nog een uurtje te slapen. Want om 1 uur ’s nachts mocht ik aan de bak om oliebollen te bakken voor het bouwfonds van het Hervormde kerk. Een traditie waar we als familie Hut mee zijn opgegroeid. Heel vroeger (50 jaar geleden) werden de oliebollen gebakken bij de firma Vos. Toen was dat nog met olie vaten en open vuur onder de vaten. De verhalen over die tijd worden nog steeds verteld. Het beslag werd aangevoerd en met veel kunst en vliegwerk werden de bollen gebakken.
Toen is er enkele jaren niet gebakken. Maar ergens rond 1970 werd de draad weer opgepakt. Nu werden de oliebollen gebakken bij ons thuis op de boerderij. Het bakken gebeurde in de stookhut. Het beslag werd gemaakt bij ons in de keuken en het inpakken gebeurde in de gang. Een paar dagen stond ons gezin helemaal ten dienste van oliebollen bakken. Er werd alleen gebakken op bestelling. De top lag toen ergens bij de 11.000 oliebollen. Dat was het jaar waarbij we een aanbieding hadden: bij de 5e zak was er de 6e zak gratis. Er waren gezinnen waar 12 zakken naar toe gingen. (volgens mij zaten er toen ook 12 bollen in een zak. Toen we het oude huis afbraken en met een nieuw huis aan het bouwen waren ging het oliebollenbakken met oudjaar gewoon door. Het “patathok” werd naast de stookhut gezet en daar werd het beslag gemaakt en ingepakt. Toen onze woning klaar was werd er in de garage gebakken. Om al die bollen te kunnen maken werd er 2 dagen lang gebakken dag en nacht. Appels schillen voor de appelflappen, beslag maken, het bakken zelf en nadat de bollen waren afgekoeld opgezakt.
Het waren drukke dagen, 1 dag opbouwen, 2 dagen bakken en 1 dag opruimen. Mijn vader overleed in 1979, het bakken ging gewoon door. Ook toen Rikus trouwde met Iekje en op de boerderij bleef wonen. Inmiddels wwas ik het huis uitgegaan maar was penningmeester van het Bouwfonds. Die functie hadden mijn vader en later mijn moeder ook gehad. Toen er lokaal leeg stond bij de Hervormde school was dat een mooie ruimte om daar te bakken. Voor het eerst in ongeveer 25 jaar werd er niet meer gebakken bij huize Hut. Het jaar erop bood Jan Woltema aan om bij hem te bakken. Inmiddels werd wel duidelijk dat we op die tijdelijke locaties nooit konden voldoen aan eisen rond hygiëne en andere regels. Dus kwam er een eind aan een jarenlange traditie van zelf bakken. Maar er was wel een oplossing gevonden om toch onze klanten te kunnen bedienen. Bij bakker van Esch in het dorp bestelden we de Oliebollen en we konden daar ook bakken. Een combinatie die nu al een aantal jaren naar volle tevredenheid van beide kanten werkt. De sfeer is er wel minder door geworden want wat hebben we gelachen met een ploeg van 8 man die midden in de nacht sterke verhalen boven de hete olie stond te vertellen. Maar de baklucht is onvergetelijk en de herinneringen onuitwisbaar.
Een goede jaarwisseling!
Vijf dingen die men nog niet van me weet is wat lastiger want ik schrijf al veel over dingen die me bezig houden.
Ok, hier komen ze:
- thuis hebben we schapen en die scheer ik zelf;
- tijdens mijn militaire dienst heb ik gediend als trompetspeler bij de Johan Willem Friso kapel;
- Ik mijn eerste echte voetbalwedstrijd speelde op mijn 47e in Benin. en dat was gelijk een interland tussen Benin en Nederland die we met 7-1 verloren;
- We ons huis gebouwd hebben waar we 4 jaar over hebben gedaan;
- 17 jaar geleden ben ik geopereerd ben aan een hernia, maar sinds die operatie heb ik geen rugpijn meer heb gehad;
Dit zijn mijn 5 “slachtoffers”:
Frank Jansen een zeer actieve weblogger;
Remco Kouwenhoven trendsetter met een politieke weblog;
Betty de Boer minder fanatiek aanwezig op het web maar
Harry Perdon bekend van de Gelkinge weblog.
Petra Spithorst partner van Klaus, een collega uit het verleden.
Dit was een leuk klusje voor in het kerstreces. Maar wat dit allemaal oplevert?
Halverwege december kreeg ik een overzicht van niet werkende werkzoekenden in de ICT. Tot mijn verbazing zijn er nog steeds ruim 1100 mensen werkzoekend. .Dat aantal was vorig jaar ongeveer net zo hoog. Als ik kijk naar de onderverdeling dan valt ogenblikkelijk op dat het overgrote deel valt in Fase 3.
Nu moest ik ook even de juiste definitie opzoeken van de fasen. Fase 1 heeft bij registratie geen afstand tot de arbeidsmarkt, fase 2; 6 maanden, fase 3 een jaar en fase 4; 2 jaar. Populair gezegd fase 1 heeft zo weer een baan, fase 2 na een half jaar en fase 3 na één jaar.
Nu hoor ik regelmatig van bedrijven: fase 3 hoef je niet naar te kijken want als je na een jaar nog geen werk hebt in de ICT dan is er iets mee. Ook was er een opmerking, voor de ICT geldt eigenlijk fase 2 is fase 3 oftewel als je er een half jaar uit geweest bent telt dat in de ICT eigenlijk als 1 jaar want de ontwikkelingen gaan zo snel.
Persoonlijk vind ik dat de ICT sector iets zorgvuldiger om kan gaan met deze stille reserves. Waarschijnlijk klopt het dat de mensen die nu wat langer werkzoekend zijn wat lastiger inpasbaar zijn. Maar de schaarste neemt toe en niet alleen in de ICT. Laatst hoorde ik de opmerking dat we als sector moeten concurreren met sectoren als financieel of juridisch. Iemand die een loopbaan kiest als jurist is dus verloren voor de ICT sector. Dat fenomeen zal door de vergrijzing alleen maar toenemen was de voorspelling.
Een jaar geleden hebben we al een kleine proef gehouden met 16 kandidaten om hun beter in kaart te brengen en vervolgens een aantal mensen uit de sector te vragen een uitspraak te krijgen over de potentie. De resultaten vielen tegen want de bedrijven waren wel geïnteresseerd in de goede kandidaten maar wilden geen energie stoppen in de rest. En dat was juist de bedoeling van het traject. Inmiddels zijn we een jaar verder. Ik merk dat er een toenemende belangstelling is voor een aanpak waarbij al de ruim 1100 kandidaten goed in beeld worden gebracht. Maar dan wel op een wijze waar de bedrijven goed zicht krijgen op de kandidaat. Maar ook dat de kandidaat beter zicht krijgt op het eigen perspectief voor een baan in de ICT.
De afgelopen woensdag hadden we de laatste ICT Platformbijeenkomst van het jaar. Deze keer met een korte terugblik, een vooruitblik en ruim aandacht voor de Europese innovatieprogramma’s. Deze week werden de Work Programs gepubliceerd door de EU. Tijdens de bijeenkomst werd terug gekeken op Helsinki door Egon van der Veer. TNO gaat met de IJkdijk een serieuze poging ondernemen om te participeren in een kaderprogramma.
Matthias Brucke. Matthias was al vaker in Groningen te gast en hij komt hier graag. Matthias werkt bij Offis in Oldenburg en zij participeren in een aantal kaderprogramma’s. Ze trekken een aantal van deze trajecten en willen ook graag Groningen meenemen. Vooral de wireless plannen spreken erg tot de verbeelding. 5 Januari ben ik in Oldenburg te gast om een en ander te bespreken.
In het workprogram zag ik aandacht voor “Digital libraries and Content”, een leuke mogelijkheid voor de RUG om met Alfa Informatica mee te doen. “Cognitive systems, interaction and robotics” is iets voor Kunstmatige Intelligentie. De wireless plannen zouden kunnen worden ingebracht in living labs en dit is maar een eerste verkenning. De komende maanden worden de oproepen gedaan in zogenaamde “Call for Proposals”. Er is nog tijd om partners te vinden. Het meest voor de hand ligt samenwerking met Oldenburg. Zoals opgemerkt werd door iemand van de Universiteit: “de dichtstbijzijnde universiteit voor Groningen”. Een uurtje rijden vanaf Groningen, in die tijd kan je tegenwoordig niet eens meer in Zwolle komen.
De borrel achteraf was weer als vanouds. Ik heb veel leuke mensen gesproken. De plannen van het ICT platform voor de arbeidsmarkt aanpak trekken ook veel belangstelling. Veel uitdagingen dus voor het komende jaar, maar eerst is er het kerstreces.
Prettige feestdagen.