Menu Sluiten

Categorie: Geen categorie

Gemeenschappen en verandering

Bottom up

Gemeenschappen fascineren me enorm. Waarom? Ze spelen een cruciale rol in het vormgeven van sociale verandering. Van lokale initiatieven tot online groepen, gemeenschappen hebben de kracht om de wereld om ons heen te transformeren. In deze blog ga ik verkennen hoe gemeenschappen verandering stimuleren en welke impact ze kunnen hebben.

De kracht van verbondenheid

De verbondenheid binnen een gemeenschap kan niet worden onderschat. Wanneer individuen zich verenigen rond doelen of belangen, ontstaat er iets dat de potentie heeft om verandering teweeg te brengen. Of het nu gaat om een lokale activistische groep voor een dorpshuis of een online community die door middel van een petitie de politiek wil beïnvloeden.  De band die mensen hebben hoe los ook, is een drijvende kracht achter verandering. Ik heb het diverse keren meegemaakt. Misschien niet direct en soms is het de opmaat voor iets groters. Mensen in een gemeenschap voelen zich dan gesteund, “ik ben niet alleen”.

Lokale gemeenschappen en grassrootsbewegingen

Lokale gemeenschappen zijn vaak de voedingsbodem voor bewegingen van onderop die aanzienlijke impact hebben op de maatschappij. Of het nu gaat om het aanpakken van zwerfvuil, zorg organiseren in een dorp (zoals buurtzorg)  of andere maatschappelijke vraagstukken, de mobilisatie van burgers binnen een lokale gemeenschap kan leiden tot verandering op regionaal, nationaal, en zelfs mondiaal niveau.

Gemeenschappen en activisme

Met de opkomst van sociale media en online platforms hebben ook online gemeenschappen een steeds grotere invloed op sociale verandering. Ik ben een volger van diverse podcasts en naast dat daar veel onzin in de comments te lezen is, is het voor mij een bron van inspiratie. Zo kreeg ik een initiatief onder ogen die me aanspreekt. https://citizengo.org. Ik weet er nog te weinig van maar een aantal statements spreekt me aan. Vrijheid van meningsuitingen en vrijheid van vergaderen. (bijeenkomen). In Katwijk zagen we hoe vrijheid van meningsuiting (en demonstreren)  de vrijheid van vergaderen blokkeerde. 

Het belang van diversiteit binnen gemeenschappen

Een ander aspect dat bijdraagt aan de impact van gemeenschappen op verandering is de mate van diversiteit binnen gemeenschappen. Oppervlakkig is diversiteit binnen een gemeenschap de verschillen in sekse met alle varianten of huidskleur. In mijn ogen is dit veel te simpel. In mijn ogen is dat zo plat als een dubbeltje, een opgedrongen verhaal waar hordes mensen achteraanlopen met regenboogvlaggen. In mijn ogen gaat het veel verder dan dat. Het gaat om het hebben van leiders en dieners, mensen die hoog sensitief zijn, gezond boeren verstand, hoog theoretisch opgeleid of praktisch geschoold met veel ervaring. Mensen die de groep van binnenuit kennen of mensen met ervaring van buiten een gemeenschap. Wel moeten al de deelnemers respect hebben voor de gemeenschap en deel willen nemen. Mensen die alleen commentaar hebben worden vriendelijk uitgenodigd te vertrekken.  

Empowerment en solidariteit

Wanneer mensen zich gesteund voelen binnen een diverse gemeenschap, durven ze hun stem te laten horen en op te komen voor waar ze in geloven. Dit krachtenspel kan optreden binnen een familie, buurt, dorp, politieke partij, geloofsgemeenschap, land of zelfs wereldwijd. Kernwoord is dat er wordt geluisterd.

In essentie zijn gemeenschappen de hoeksteen van verandering. Of het nu lokaal of digitaal is, de verbondenheid en diversiteit binnen gemeenschappen dragen bij aan een maatschappij die in staat is om te evolueren en zich aan te passen aan nieuwe uitdagingen. De kracht van gemeenschappen om verandering te stimuleren is een essentieel onderdeel van een dynamische samenleving.

Verandering door gemeenschapszin het zal niet mijn laatste blog zijn over dit onderwerp.

 

Clever lijken, maar het ook zijn?

Gisteravond overkwam me iets leuks. We zaten ergens op het terras en er kwam een stel bij ons aan het tafeltje zitten. Het werd een genoegelijk gesprek, Hij Schots en zij Spaans. Het ging overal over en opeens zei ze tegen me:  “You look clever to me”. Nu heeft nog nooit iemand tegen me gezegd. Ik moest gelijk lachten en daarop zei ze: You look clever that does´t mean that you ‘re  clever! Een mooie relativering want het is me vaak voorgehouden dat ik niet naast mijn schoenen  moet gaan lopen.

Mijn interview met Jelle van Baardewijk deed om eerlijk te zijn iets met mijn ego want dat gesprek werd door 23.000 mensen bekeken. Ook daar hoorde ik dat veel kijkers mij verstandig dingen hoorden zeggen. Dus heel misschien zeg ik wel eens zinnige dingen en is het meer dan mijn uitstraling. Overigens hoorde ik ook dat veel mensen maar een klein deel hebben bekeken omdat het te lang duurde. Dus die 23.000 is ook maar een getal.

Het staat niet helemaal van los van een podcast die ik zag over gemeenschappen. Als je een gemeenschap wil vormen dan is het belangrijk om een identiteit te hebben. Dan is het niet genoeg dat je zegt “ik ben lid van” maar belangrijker dat je het ook bent. Oftewel “ik woon niet alleen in Visvliet” ik ben ook Visvlieter. Ik ben er onderdeel van. 

Je kan er uit zien als oranjefan maar dan ben je het nog niet. Het gevoel als oranje wint of verliest maakt dat je oranjefan bent. Verderop in de podcast hoorde ik dat je ook een eigen taal / woorden hebt. Dat je misschien woorden hebt voor mensen buiten de gemeenschap. Zoiets als: Mensen van de andere kant van de brug. Ze horen er wel bij maar zijn en voelen zich geen Visvlieter.

Ik kom er ook op omdat ik al heel lang naast het NOS journaal ook andere media volg en daar een totaal ander verhaal hoor. Een van die kanalen is Blackbox. In het begin moest ik wennen maar de laatste tijd waren het kwalitatief prima uitzendingen. Sinds kort is het overgrote deel van de medewerkers van Blackbox opgestapt omdat ze zich niet konden vinden in hoe het bestuur opereerde.. Ook daar is er ook iets met identiteit volgens mij. De oprichter Flavio deed het met passie, volgens zijn eigen zeggen heeft hij (grote?) fouten gemaakt. Hij trok meerdere keren het boetekleed aan. Het bestuur heeft de touwtjes in handen genomen en dat leidde tot een botsing waardoor Flavio en en veel medewerkers zijn opgestapt.

Ik zie een bestuur dat er rationeel in zit, op afstand aan het besturen is en aan de andere kant medewerkers die toch uit frustratie ontslag nemen en met Flavio een nieuw initiatief Lighthouse starten. Van beide kanten is uitgebreid de achtergrond te zien en horen op internet. De ziel is uit Blackbox en dat is het bestuur aan te rekenen in mijn ogen. Het is mij ook overkomen dat een bestuur van een stichting op afstand wil besturen en dat is wat mij betreft vaak de dood in de pot. Het worden buitenstaanders die wel een mening hebben maar verder niet meer bijdragen dan die mening. Anderen doen het werk. Iets wat al jaren in het bedrijfsleven aan de hand is met de invoering van managers. 

Ze kunnen naar buiten toe wel uitdragen dat ze de organisatie vertegenwoordigen maar ze zijn het daarom nog niet. Dat geld voor een dorp, een organisatie in de zorg of zelfs een land. Het mooiste voorbeeld is misschien wel het lied “I am Australian” van de Seekers. Luister en huiver.

Waarom slimme mensen soms struikelen over simpele dingen

Ken je dat gevoel? Je zit vol vertrouwen aan een simpele opdracht, en ineens… BAM! Je zit opeens vast. Je denkt dat je best slim bent, hoog opgeleid of misschien een indrukwekkend cv, maar toch lukt het je niet om een ​​eenvoudige taak uit te voeren. Doet ondertussen een kind van vijf het moeiteloos kan doen. Hoe kan dat? Waarom struikelen slimme mensen soms over de simpelste dingen?

De valkuil van te veel nadenken

Slimme mensen hebben een groot talent: ze kunnen complexe problemen oplossen of mooie analyses maken Maar dat talent kan ook een valkuil zijn. Wat gebeurt er als je een simpele opdracht krijgt? Je gaat meteen in de “analysemodus”. Je zoekt naar patronen, verbanden, of een diepere betekenis. Maar wat als die er helemaal niet is? Dan raak je in de war.

Neem bijvoorbeeld een simpele test: tel hoe vaak de letter “F” voorkomt in deze zin:

“FINISHED FILES ARE THE RESULT OF YEARSOF SCIENTIFIC STUDY

COMBINED WITH THE EXPERIENCE OF YEARS.”

Hoeveel “F’s” tel je? Veel mensen zeggen 3. Maar het juiste antwoord is 6. Waarom? Omdat je hersenen woorden zoals “OF” automatisch overslaan. Je leest de tekst als een geheel, in plaats van letter voor letter. En dat is precies waar het fout gaat.

Waarom kinderen het vaak beter doen

Kinderen hebben een groot voordeel: ze denken nog niet zo ingewikkeld. Ze zien wat er is, zonder er te veel bij na te denken. Vraag eens om het spel Memory met ze te spelen, en ze winnen vaak van je. Niet omdat ze slimmer zijn, maar omdat ze intuïtiever werken. Ze vertrouwen op hun kortetermijngeheugen en kijken gewoon wat er gebeurt. Volwassenen proberen strategieën te bedenken, patronen te herkennen, of – erger nog – ze overdenken elke handeling

Het zelfde geldt voor simpele raadsels. Stel je deze vraag aan een volwassene:
“Een man gaat naar een hotel en vergaart zijn fortuin. Wat is er gebeurd?”
De meeste volwassenen gaan meteen diep nadenken. “Is het een metafoor? Een filosofische vraag? Een economische crisis?” Maar een kind zegt gewoon: “Hij speelt Monopoly.” Simpel.

De kracht van eenvoud

Wat we hiervan kunnen leren, is dat eenvoud krachtiger is dan het lijkt. Slimme mensen zijn gebruikelijk om alles te analyseren, maar soms is het beter om gewoon te doen. Kijk naar wat er is, in plaats van te zoeken naar wat er zou kunnen zijn. Dat is niet alleen handig bij raadsels, maar ook in het dagelijks leven.

Denk bijvoorbeeld aan een vergadering waarin iedereen discussieert over een probleem. De meest ervaren mensen blijven maar praten, terwijl iemand met een frisse blik plotseling zegt: “Waarom doen we het niet gewoon zo?” Vaak is dat de oplossing. Ooit zat ik in een management team met 4 collega’s die allemaal academisch gevormd waren. Ze konden tijden uitweiden over een onderwerp en dan plotseling viel het stil keken ze me aan en vroegen “Jan wat zeg jij ervan, help ons meer te landen en verder te komen¨. Soms met een simpele opmerking konden we weer verder. Vaak konden we er hartelijk om lachen maar het is meer dan eens voorgevallen.

Toen ik mijn eigen bedrijf begon vroeg ik een collega me te helpen met de naam. Ze kwam met “Simply More”. Later heb ik dat vertaald naar “Veelzijdig in Eenvoud”.  Ik kijk vaak met heel veel plezier naar De Nieuwe Wereld (zie ook mijn vorige blog) vaak prachtige gesprekken en mooie analyses maar soms is het alsof ze praten over het kleed van de keizer.  Ze zien door “Het bos de bomen niet meer”.  Abstracties die in mijn ogen nergens op slaan. Of komen er domme opmerkingen over ogenschijnlijk simpele dingen die in de praktijk machtig complex zijn. Ze leven dan met hun allen op Mount Stupid. Vaak bekruipt me dan het gevoel van “wat een armoe”.

 

Welkom op Mount Stupid (bij de Nieuwe Wereld?)

Op Valentijnsdag mocht ik op gesprek bij het kanaal De Nieuwe Wereld (DNW). Het kanaal bestaat al een hele poos en heeft ondertussen ruim 1800 uitzendingen online staan. Ik ben een groot fan en bezocht vorig jaar de bijeenkomst in Antropia. Het zijn vaak echt gesprekken die de moeite waard zijn om te volgen, want er zit vaak veel wijsheid aan tafel.

Tot zover de positieve ervaringen. Toch heb ik ook best wat kanttekeningen. Het kanaal heeft een hoog abstractiegehalte, bij tijd en wijle voor mij amper door te komen. Ik ga rechter zitten als het gaat over hoog- versus laagopgeleid. Vaak corrigeren ze dat door het te vervangen door praktisch- versus theoretisch opgeleid (met dank aan Ewoud Engelen). Reden voor mij om in Antropia vorig jaar Jelle van Baardewijk aan te spreken en te vragen of niet vaker de praktische wijsheid aan tafel kon zitten. Volgens Jelle een goed idee; hij vroeg me om een mailtje te sturen.

De reactie liet wat langer op zich wachten – alle begrip, want DNW is fysiek verhuisd binnen Leiden. Ik heb het uiteindelijk voor elkaar gekregen contact te krijgen met Jelle, en hij nodigde mij uit voor een gesprek. Dat was dus op Valentijnsdag. Het werd een prettig gesprek waarin we spraken over praktisch en theoretisch geschoold zijn. Al pratende werd het ons duidelijk dat het misschien toch nog iets anders ligt.

Het gaat misschien nog meer over mensen met ervaring en mensen zonder ervaring. Zonder ervaring, maar wel met theoretische kennis. In een eerdere uitzending met Gabriël van den Brink ging het daar ook over: “De kennis van mensen die het werk doen, wordt geminacht.” Jelle was ook daar de gesprekspartner en sloot af door te zeggen dat hij over dit onderwerp verder wilde praten met geleerden. Nou ja zeg, dat is toch in tegenspraak met de titel! Juist mijn missie is om meer mensen met ervaring aan tafel te krijgen.

Ik zag ergens een kreet: “Waarom slimme mensen domme dingen doen.” Jelle vond dat ook een mooie titel die ons gesprek samenvatte. Natuurlijk kende hij het fenomeen, dat ook bekendstaat als het Dunning-Kruger-effect. Dat is een psychologisch verschijnsel waarbij mensen die incompetent zijn in een taak hun prestaties hoger inschatten dan ze in werkelijkheid zijn.

Dat effect heeft in mijn ogen tot gevolg dat mensen met een theoretische opleiding vaak denken dat ze weten hoe de wereld in elkaar zit en oordelen over zaken waar ze geen enkele ervaring mee hebben. Ze leven op Mount Stupid. Pas als ze zelf iets zouden moeten doen, komen ze erachter dat de wereld vele malen complexer is.

Komen ze er niet achter, dan kunnen ze eindeloos kletsen en ontstaat iets wat we kennen als de kleren van de keizer. Dat is in mijn ogen precies wat er aan de hand is in onze tijd. Daar zou ik meerdere podcasts mee kunnen vullen.

Nu is het wachten tot de opname online komt. Maar misschien past het ook helemaal niet in het concept van de nieuwe wereld en is het alleen voorbehouden aan mensen met een titel. (grapje natuurlijk)

De Kloof tussen Theorie en Praktijk:

De Kloof tussen Theorie en Praktijk: Waarom Academische Beleidsvorming Soms Faalt

Academisch gevormde professionals zijn getraind in het analyseren van complexe vraagstukken, het ontwikkelen van theoretische modellen en het zoeken naar oplossingen die logisch en onderbouwd zijn. Deze vaardigheden zijn onmisbaar in een wereld waarin problemen steeds ingewikkelder worden. Toch is er een groeiend besef dat beleid, hoe goed bedoeld en theoretisch onderbouwd ook, in de praktijk vaak anders uitpakt dan verwacht. Dit roept de vraag op: missen academici soms een cruciaal perspectief?

In dit artikel wil ik een ongemakkelijke waarheid bespreken: de handicap die academisch gevormde mensen soms hebben door een gebrek aan praktische ervaring. Dit gebrek kan leiden tot beleid dat in de praktijk onrealistisch blijkt te zijn, met alle gevolgen van dien.


De Sterke Kant van Academici: Theorie en Analyse

Laten we beginnen met wat goed gaat. Academici zijn meesters in abstract denken. Ze kunnen complexe systemen doorgronden, verbanden leggen en oplossingen ontwerpen die logisch en consistent zijn. Ze baseren zich op data, modellen en wetenschappelijke inzichten. Dit is een enorme kracht, vooral in een wereld waarin problemen zoals klimaatverandering, gezondheidszorg en onderwijs hervorming vragen om doordachte en systematische oplossingen.

Maar deze kracht kan ook een valkuil worden. Wanneer ze beleid ontwerpen zonder voldoende inzicht in de dagelijkse praktijk, lopen ze het risico dat onze theoretische oplossingen niet aansluiten bij de realiteit.


De Kloof tussen Theorie en Praktijk

De praktijk is weerbarstig. Waar zij als academici vaak werken met modellen en idealen, werken mensen in de praktijk met beperkingen: tijd, middelen, bureaucratie en menselijke emoties. Wat op papier logisch lijkt, kan in de praktijk onuitvoerbaar blijken.

Voorbeelden van Onrealistisch Beleid

  1. De Zorg: Administratieve Lasten
    Beleidsmakers introduceren regels om de kwaliteit van zorg te meten en te verbeteren. Maar verpleegkundigen en artsen ervaren deze regels vaak als een obstakel. Ze besteden uren aan het invullen van formulieren, terwijl ze die tijd liever aan hun patiënten zouden besteden. Het gevolg is dat de kwaliteit van zorg juist onder druk komt te staan.

  2. Het Onderwijs: Toetscultuur
    In het onderwijs zien we een vergelijkbare trend. Beleidsmakers, vaak met een academische achtergrond, leggen de nadruk op toetsing en meetbare resultaten. Dit lijkt logisch: wat je meet, kun je verbeteren. Maar leraren merken dat deze toetscultuur ten koste gaat van de tijd en ruimte om leerlingen echt te begeleiden. Het resultaat is een systeem waarin cijfers belangrijker lijken dan leren.

  3. De Bouw: Overregulering
    In de bouwsector worden strenge regels opgesteld om veiligheid en duurzaamheid te waarborgen. Hoewel deze regels belangrijk zijn, worden ze vaak ontworpen door mensen zonder ervaring in de bouwpraktijk. Dit leidt tot vertragingen, hogere kosten en frustratie bij bouwprofessionals die dagelijks met deze regels moeten werken.


Waarom Gebeurt Dit?

De oorzaak van deze kloof ligt in de manier waarop academici vaak werken. Ze baseren zich op data, modellen en theoretische inzichten, maar missen soms de directe ervaring van hoe deze inzichten in de praktijk worden toegepast. Bovendien wordt praktische ervaring in academische kringen niet altijd even hoog gewaardeerd. Dit leidt tot een blinde vlek: ze zien de praktijk niet zoals die werkelijk is, maar zoals ze denken dat die zou moeten zijn.


Hoe Kunnen ze dit verbeteren?

  1. Betrek Praktijkmensen bij Beleidsvorming
    Beleidsvorming moet een dialoog zijn tussen theorie en praktijk. Dit betekent dat ze mensen uit de praktijk actief moeten betrekken bij het ontwerpen van beleid. Hun inzichten zijn onmisbaar om te begrijpen wat werkt en wat niet.

  2. Praktijkervaring voor Beleidsmakers
    Academisch gevormde beleidsmakers zouden zelf praktijkervaring moeten opdoen in de sector waarvoor ze beleid maken. Dit kan door stages, werkbezoeken of zelfs tijdelijke functies in de praktijk. Alleen door zelf te ervaren hoe de praktijk werkt, kunnen we beleid maken dat realistisch en uitvoerbaar is.

  3. Eenvoud en Flexibiliteit in Beleid
    Ze moeten streven naar eenvoud en flexibiliteit in onze beleidsvoorstellen. Dit betekent minder bureaucratie en meer ruimte voor professionals om hun werk te doen zoals zij dat het beste vinden.

  4. Onderwijs dat Theorie en Praktijk Combineert
    Universiteiten en hogescholen zouden meer aandacht moeten besteden aan het combineren van theorie en praktijk. Dit kan door stages, praktijkopdrachten en samenwerking met bedrijven en organisaties.


Een Oproep tot Zelfreflectie

Als academici hebben ze een verantwoordelijkheid om niet alleen goede ideeën te bedenken, maar ook om ervoor te zorgen dat deze ideeën werken in de praktijk. Dit vraagt om zelfreflectie: durven ze toe te geven dat ze niet alles weten? Zijn ze bereid om te leren van mensen die dagelijks met de gevolgen van ons beleid te maken hebben?

De kloof tussen theorie en praktijk is niet onoverbrugbaar. Maar het vraagt om een andere manier van denken, een manier waarin we onze theoretische kennis aanvullen met praktische inzichten. Alleen dan kunnen ze beleid maken dat niet alleen goed klinkt op papier, maar ook werkt in de echte wereld.

Laten we die uitdaging aangaan.