Menu Sluiten

Het licht gezien

licht-gezien.jpgOoit in verleden werkte ik voor het staatsbedrijf der PTT, bij de telefoondienst. Wat me nog erg goed voor ogen staat dat we een aansluit plicht hadden. We mochten geen klanten weigeren, alleen op grond van het niet betalen van de nota mocht er een klant worden afgesloten. Het maakte niet uit waar je woonde, eventueel ver buiten de bewoonde wereld, je betaalde 220 gulden (als ik het me goed herinner) en je kreeg een aansluiting waarmee je kon bellen.
Later kregen we concurrentie, ook kabel bedrijven mochten telefonie leveren alleen kreeg KPN Telecom (inmiddels verzelfstandigd) een concessie om het telefoonnet te beheren, wel nog steeds met de aansluit plicht.
Het telefoonnet is aan het verdwijnen, langzamerhand komt er een communicatienetwerk waar telefonie een bijproduct lijkt te zijn. KPN stoot de telefooncentrales af. Het zijn gebouwtjes die overal in het land staan. Soms op hele speciale plaatsen. achter boerderijen midden in het land tussen 2 dorpjes of midden in het centrum. In totaal gaat het om 1350 gebouwen waarin een centrale staat, een accubatterij en een verdeler. De centrales worden overgenomen door actieve componenten in het netwerk en worden ondergebracht in kleinere kabelkasten. Daarvan stonden er een aantal jaren geleden 80.000 in het land. waarvan sommige erg klein. Er komen dus 3400 WDC’s las ik ergens. Het scheelt KPN een hele hoop vastgoed. Ze kunnen hierdoor beter de concurrentie de baas.
Ik ben benieuwd hoe het zit met de aansluitplicht, die zal er misschien wel blijven. Ik las ook ergens dat die moet bestaan uit een telefoonverbinding die onafhankelijk is van de elektriciteitsvoorziening. Die verplichting maakt het voor KPN wel lastig om voluit de concurrentie aan te gaan. Want juist verglazing maak apparatuur bij de klant noodzakelijk.
Die aansluit plicht maakt ook dat KPN gedwongen wordt actief te blijven in economisch oninteressante gebieden. In Noord Nederland blijft dat dus een beetje woekeren met de marktruimte, concurreren met een lokale kabelmaatschappij. De echte winst is te halen met het veel dichter bevolkte westen. Zeker in de landelijke gebieden blijft het toch een beetje dienst verlenen tegen wil en dank.Ik kreeg een leuk boekje onder ogen “het licht gezien”. Dit boekje is te downloaden en beschrijft deze problematiek uitstekend. Je ziet vaak dat er vraag bundeling projecten opgestart worden door gemeenten. Vervolgens wordt zo’n project uitbesteed aan KPN of een lokale kabelmaatschappij waardoor de gemeente nog vaster zit aan een dominante marktpartij. Die partijen zijn dus eigenaar van de infrastructuur en kunnen dus bepalen hoe die ingezet kan worden, welke diensten er over mogen en onder welke voorwaarden.
De afgelopen week mocht ik een bijeenkomst bijwonen die tot doel heeft dit proces te doorbreken. Ooit was Warffum de laatste plaats in Nederland waar het telefoonnet geautomatiseerd werd. Ik hoop dat het met breedbanddiensten we niet weer achteraan in de rij staan.

On my own

De stap naar zelfstandigheid is gezet. Sinds afgelopen vrijdag ben ik geen loonslaaf meer maar voor mezelf aan de slag. Dat klinkt stoer maar eigenlijk is het een logische stap. Sinds KPN de automatiseringsafdelingen had verkocht was ik een Atos Original. De liefde voor dat bedrijf is nooit echt tot stand gekomen. Niet zozeer dat het een slecht bedrijf is om voor te werken maar Atos Origin heeft nu eenmaal niet die relaties met alle geledingen in de maatschappij zoals KPN dat had (misschien wel heeft maar daar ben ik te lang weg bij KPN).
Doordat ik de laatste jaren actief was als voorzitter van het ICT Platform kom je veel in aanraking met overheden en dus ook de rol van ICT in de maatschappij. Om voor het grote geld complexe trajecten trajecten te doen heeft nooit mijn belangstelling gehad. Wel hoe de ICT sector in het noorden zwaar ondergewaardeerd wordt. Wel hoe je met ICT de wereld een beetje beter kan maken. Dit zijn de dingen die niet op de agenda staan van mijn laatste werkgever. Logisch dat het vroeger of later uit moest draaien op een scheiding. Op mijn afscheid een paar weken geleden mocht ik heel veel mensen ontmoeten waar ik ooit eens mee heb mogen samen werken. Het was een fantastisch leuke avond. Er waren maar een paar mensen uit de laatste fase van mijn loopbaan. Ook wel logisch want de afdeling waar ik het laatst voor heb gewerkt was er een waar collega’s gedetacheerd zaten bij klanten, vaak verspreid door het hele land. Van een team is absoluut geen sprake. Allemaal heel aardige mensen maar toch een beetje ieder voor zich hoewel er vanuit het management van alles aan gedaan wordt om binding in de groep te krijgen. Een onmogelijke opdracht in een detacheringsclub lijkt me.
Maar dat ligt nu achter me, geen collega’s meer. Dat zal ik missen want uit mijn MDI profielen blijkt dat ik erg veel waarde hecht aan persoonlijke relaties. In mijn huidige werk kom ik veel mensen tegen maar dat is toch anders dan met collega’s. De MDI profilering heeft me een hoop opgeleverd. De stap naar zelfstandigheid is er zeker gemakkelijke door geworden. Het heeft me geleerd dat juist mijn kracht zit in het werken met mensen. ICT heeft mijn belangstelling dus mijn leven gaat zich richten op hoe je met ICT mensen bij elkaar kan brengen. Ik mag me dus uitleven op mijn weblog en veel en vaak bijeenkomsten organiseren.
Greet, erg bedankt voor het MDI traject. Het heeft me een prima inzicht gegeven in welke dingen ik wel moet doen en welke juist niet. En al snel werd duidelijk dat de dingen waar ik energie van krijg niet te vinden zijn bij mijn oude baas. Gelukkig zijn er mensen die die dingen juist wel leuk vinden. Die mensen kan ik Atos Origin van harte aanbevelen: leuke collega’s en de voorwaarden zijn niet slecht. KPN en Atos Origin hebben er wel voor gezorgd dat ik nu de dingen kan doen die ik doe, en in het verleden wat ik heb mogen doen. Een heel leuke loopbaan met heel veel facetten. Van het opleidingscentrum, klantenreakties, security, recruitment en vooral de teams waarin ik heb mogen werken. Heel veel leuke warme mensen die nog lang niet van mij af zijn want op mijn afscheid bleek maar weer eens als de klik er is, is de warmte er ook gelijk weer.
Het plaatje hierboven is dan ook met een heel dikke knipoog.

Onderwijs in de toekomst

Afgelopen week kreeg ik de volgende vraag gemaild door de onderwijsraad:
Wat zijn volgens u belangrijke ontwikkelingen in de
nabije toekomst (10 – 20 jaar) op het terrein van ict/ nieuwe technologie
en welke maatschappelijke impact zullen deze hebben? Wat zullen dergelijke
ontwikkelingen volgens u kunnen betekenen voor het onderwijs?

Een prima vraag natuurlijk alleen blijft voorspellen natuurlijk lastig zeker als het om de toekomst gaat op de wat langere termijn. En volgens mij gaat het niet zozeer om de technologie maar meer welke toepassingen aan zullen slaan. 20 jaar geleden kregen we te maken met de eerste PC’s en van mobiel konde we nog maar dromen een mobiel had toen het formaat en gewicht van een baksteen. Een eerste draadloos toestel was het type New York wat we thuis uit mochten proberen. Nieko was net geboren, 22 jaar gelden dus. Een bereik van 30 meter en beltijd 2 uur lood en loodzwaar.
Mijn eerste mobiele toestel was wel gelijk een GSM, digitaal, heel anders dan het analoge net. Ik moet een GSM omdat de analoge af te luisteren waren en dat kon natuurlijk niet als hoofd beveiliging. 13 jaar geleden ongeveer. Ik heb nog steeds datzelfde nummer en dat blijft ook zo.
Maar terug naar de vraag van de onderwijsraad. Want met de voorbeelden van hierboven in het achterhoofd een bijna onmogelijke vraag.
en dan stond er afgelopen week ook nog een stuk in het dagblad over het gebruik van Internet in de klas. Een citaat: Ruim driekwart van de leerlingen tussen 10 en 14 jaar wil meer internetles, 37 procent geeft aan dat ze nooit onderwezen worden over het wereldwijde web. Slechts 7 procent vindt dat ze iets van de docent kunnen leren over internet, zo blijkt uit het onderzoek.
Het lijkt er wel op dat die nieuwe ontwikkelingen volkomen langs het onderwijs gaan. Ik trof laatst een onderwijzer die trots was dat hij nog geen E-mail thuis had. Geen wonder dat maar 7% denkt iets van de docent te kunnen leren.
Het gaat dus niet om de techniek maar veel meer in hoever de (leiding van de) school openstaat voor nieuwe ontwikkelingen. Met name docenten blijken veel op routine te doen. 2 jaar geleden zag ik de opgaven van een proefwerk voor onze dochter. Dat waren nog kopieën van vragenlijsten die met een typemachine waren gemaakt. Gelukkig zijn het uitzonderingen maar het zegt iets over de bereidheid van de docent nieuwe technieken toe te passen.
Vernieuwingen in het onderwijs met nieuwe technieken komen dus pas echt op gang als de generatie Y (of generatie Einstein) voor de klas komt of misschien pas als die op posities komen waar ze invloed kunnen uitoefenen. Dan zullen ze de vaardigheid om meerdere dingen tegelijk te doen goed kunnen uitnutten en inpassen in lessen. Dan zal online samenwerken grootschalig worden toegepast, onafhankelijk van plaats (en tijd). Voorop gesteld natuurlijk dat er bij de opleiding van docenten er op die manier naar gekeken wordt. Dat zal dus ook een beetje de strekking zijn van mijn antwoord. Met natuurlijk een schets van “nieuwe” toepassingen als webloggen, microbloggen, mashups etc. Wat maakt dat er steeds beter virtueel contact gemaakt kan worden. Maar ik besef met heel goed dat het altijd een surrogaat blijft van een ontmoeting in levende lijve.

"No logo" en Hema

Lezen is altijd een hobby van me geweest en door de jaren heen heb ik ook veel boeken gelezen over organisatie ontwikkeling, menselijk gedrag en ontwikkelingen in de wereld. Soms worden me boeken geadviseerd, soms zie ik op internet een citaat maar ook het gewoon snuffelen in de boekhandel leidt er toe dat ik er zelden met lege handen weer weg kom.
Zo nam ik vorige week het boek No Logo mee. Ik ben pas op de helft maar het is wel een eye opener. Nu was ik natuurlijk wel op de hoogte van de macht van een merk. Dat bedrijven al lang niet meer reclame maken voor een ding maar veel meer voor het verkopen van een merk.
Uitzondering hierop lijkt wel de oer Nederlandse winkelketen Hema. Ik werd eraan herinnerd door een mailtje van een (internet) kennis uit Amerika die me wees op een wel heel leuke site van de Hema. Haar letterlijke tekst “This page is why I love the Netherlands…too cool! Um… good prices too. :-)”
Ik ben absoluut een voorstander van een betere verdeling van welvaart over de wereld. Door de wereldmerken gaan alle steden in de wereld op elkaar lijken. Mensen kopen dezelfde dingen en alles is er bij grote bedrijven op gericht het merk te promoten, vaak is het product zelf niet een te zien in de reclame. Daarom is het zo leuk te zien dat de HEMA indruk maakt in Amerika met een site die gebaseerd is op producten.
Wereldwijde merken domineren vaak het straatbeeld in de grote steden en zelfs ver daarbuiten. Zelfs in de kleinste gehuchten van Afrika is vaak wel al een Coca Cola Machine te vinden. Zodra er 24 uur elektriciteit is er ook vrij snel zo’n apparaat.
Natuurlijk gun ik ook de derde wereld welvaart maar ik gun ze geen maatschappij waar mensen schimmen of gecreëerde beelden nastreven. Er is nog zoveel werk te verzetten daar en soms tref je een voorbeeld waar het daar nog niet goed gaat maar waar dingen aan het veranderen zijn. Op TED stond er een prachtige lezing door Eleni Gabre-Madhin over de situatie in Ethiopie. Deels onthutsend over de problematiek en deels zeer inspirerend wat ze er aan gaan doen. Heel erg vanaf de bodem opbouwen. De laatste tijd kom ik er steeds meer achter dat “bottum up” erg aansluit bij mijn manier van werken. Kleinschalig en van mens tot mens.

Een nieuw jaar nieuwe kansen

ImageVoor je het weet zit je weer midden in het nieuwe jaar nog zo nu en dan een nieuwjaarsreceptie en dan is het weer over tot de orde van de dag. Het ICT platform kreeg het verzoek of we dit jaar ook een stand wilden hebben op de grootste ICT beurs ter wereld de CeBIT. We konden een stand krijgen op het Nederlands plein. Voor zover ik het heb begrepen samen met Eindhoven, Twente en Amsterdam. En daar horen we ook tussen. Dus volmondig ja. Alleen dan moet er nog wel het een en ander gebeuren want we moeten dan opeens alles engelstalig hebben en wat gaan we er dan doen. Want we zijn nu al 5 keer met een bus naar de CeBit geweest maar om er een stand te bemensen is even een ander verhaal. Toch zeten we door want als er ooit een goed moment is geweest dan is het nu wel. We hadden bijna een stand gehad samen met OFFIS maar die stonden al op 3 andere plaatsen op de CeBit dus zeiden af.
We hebben dus een uitvalsbasis voor ICT bedrijven uit Groningen. Wat we kunnen doen is een overzicht van alle ICT activiteiten in Noord Nederland en dat is best veel. Lofar, Lifelines, grootschalige dataverwerking, Google rekencentra, Energy valley, de Cave, de ICT kennis van de Universiteit en om dan maar niet te spreken van landelijke spelers als hotels.nl bellen.com relatieplanet.nl traffic4U Heiiii en dat is nog maar een korte opsomming.
We hebben daar best een boodschap alleen moeten we nog wel aan de slag om het leuk te brengen. Volgende week is er een eerst bijeenkomst in Den Haag over de inrichting van het Nederlands plein.
Andere jaren gaat er een bus naar de Cebit het zou best eens kunnen dat er dit jaar op meerdere dagen mensen afreizen maar dat moeten we nog even op een rij zetten. Het jaar 2008 begint dus goed met de blik naar het oosten.