Menu Sluiten

Categorie: ICT-zaken

Digitale markplaatsen

Gisteren mocht ik een minisymposium bijwonen over digitale marktplaatsen. De bijeenkomst werd georganiseerd door NederlandBreedbandland. Het was niet de eerste keer dat ik te gast was bij Nederland Breedbandland (NBL).
NBL heeft tot doel om het gebruik van breedband te stimuleren. Soms lijkt het een overbodig want inmiddels is breedband met een redelijk snelheid te verkrijgen in Nederland. Er zijn een aantal aanbieders die voor nog geen 20 Euro per maand een verbinding leveren van 2-3 Mb/sec. Dat gaat dan vaak wel om een particuliere aanluiting, maar zodra er een zakelijke aansluiting gebvraagd wordt met hogere snelheden dan zijn de kosten vaak toch wel tegen de 300 Euro per maand. Voor heel veel kleinere bedrijven een groot bedrag. Zodra een MKB-er in een bedrijfsverzamelpand zit, zijn die kosten vaak te delen en dan is het haalbaar. Tegenwoordig wordt de internetontsluiting ook bij het vastgoed geleverd net als energie en facilitaire diensten. Het kost dan maar een paar dubbletjes per vierkante meter per jaar extra en dan is het geen enkel pobleem. Vandaar het initatief van NBL om een aandacht te besteden aan digitale marktplaatsen. Het gaat daarbij niet alleen om afnemers maar ook over aanbieders van diensten want die willen ook zo goedkoop mogelijk hun diensten kunnen leveren.
Een digitale marktplaats brengt vraag en aanbod bij elkaar en door het koppelen van de al bestaande markplaatsen kunnen diensten goedkoop binnen een groter gebied worden verspreid.
In het noorden kennen we de FrIX en de GnIX. Iets zuidelijker is er de NDIX die opstappunten heeft op 16 locaties waarvan 4 in Duitsland.
Daarmee heeft de NDIX een iets andere opzet. Het mag duidelijk zijn dat na de ICT Platform bijeenkomst van vorige week (met Oldenburg op bezoek) ik toch een beetje jarloers ben op die Duitse samenwerking ten zuiden van ons. Hoog tijd dat we ook op dat gebied de samenwerking zoeken en maximaal leren van de ervaringen van de NDIX. Dus zo snel mogelijk opstappunten creëren over de grens en een koppeling aanbrengen tussen GnIX en de NDIX zodat de diensten aanbieders bij ons in de regio ook hun diensten kunnen leveren in andere delen van het land. Daar zullen ongetwijfeld tegenargumenten tegenin te brengen zijn maar mij lijkt het een logisch verhaal. Voorbeelden zijn een ICT bedrijf in Appingedam dat diensten heeft voor bedrijventerreinen of een bedrijf in Groningen met een Hosted Ruby on Rails platform (sorry voor het jargon). Ik denk dat die bedrijven die ontstluiting zullen toejuichen. Zo zullen er wel veel meer bedrijven zijn. Ik denk dat we nog maar aan het begin staan van digitale marktplaatsen. Onze regio heeft veel ICT-ers binnen de grenzen. Veel meer dan er eigenlijk nodig zijn voor de regio zelf. Een goede verbinding naar andere markten en marktplaatsen is een absolute voorwaarde voor het ontwikkelen van digitale diensten. Daarmee is het ook mogelijk om aan rural sourcing te doen (zijn mijn vorige bijdrage).
Een uitgebreid verslag van de bijeenkomst is te vinden via Nederlandbreedbandland

Wereldwijde diensten met lokale capaciteit.

De afgelopen vrijdag was het zo ver. Formeel heb ik de papieren getekend zodat mijn zelfstandigheid formeel wordt. Vanaf nu is het op mezelf, niet meer terug kunnen vallen op een grote organisatie of zoals laatst iemand zei, je kunt je niet meer verschuilen in een groot bedrijf. Klopt maar aan de andere kant mag ik nu duidelijker een verschil maken. Ik hoorde eens de uitdrukking: werken voor een groot bedijf is als plassen in een zwarte broek, je krijgt er een warm gevoel van maar je ziet er niets van terug.
Maar over de afgelopen 30 jaar geen kwaad woord. Ik heb heel veel mooie dingen meegemaakt en erg veel geleerd, samengewerkt met veel heel veel leuke lieve mensen. Ook waren er mensen waar ik minder een klik mee had maar ach die zullen ook wel een moeder hebben gehad die van ze hield denk ik dan maar. (hoewel ik me dat in sommige gevallen moeilijk kon voorstellen). De laatste categorie was trouwens zwaar in de minderheid. Eigenlijk maar een enkeling waar ik het niet mee kon vinden.
Ik dek dat ik nog vaak zal teruggrijpen op dat 30 jarig dienstverband.
De afgelopen week was er weer een van verschillende zaken. Zo was er de ICT platform bijeenkomst waar we OFFIS als gast hadden. Als er een ding van die bijeenkomst me is bijgebleven dan is het wel de potentie die de samenwerking heeft. Noord Duitsland en Groningen hebben zoveel overeenkomsten. Er is een prima verbinding, beide gebieden hebben een perifere ligging zoals dat heet. Oftewel, Groningen is niet het centrum van Nederland. Hetzelfde geldt voor Oldenburg. Beide regio’s en steden hebben een prima woon en leefklimaat. Er wonen veel mensen met bijzondere kennis en vaardigheden. Economisch niet zo booming als in de stedelijke omgevingen maar voldoende om uit te bouwen en er trots op te zijn. Zo vertelde iemand me over Rural Source. Een initiatief om uit te gaan van de kracht van de regio (landelijk gebied) en de voorhanden zijnde capaciteiten. Een model om eens beter te bekijken. Lokale capaciteit aanwenden om wereldwijde diensten te leveren. Klinkt mij als muziek in de oren.

Powered by ScribeFire.

Social networks met NING

Nou het is KPN gelukt. Vandaag belde mijn moeder dat ze een heel groot bos bloemen hadden ontvangen van KPN. Jaren geleden toen ik manager mocht spelen van een klachten afdeling bij KPN waren we als afdeling ook goede klant bij het bloemenhuis. De regio die we bedienden had 200.000 klanten en dan heb je bij een miniem percentage klachten toch al snel veel recht te breien. Een bloemetje is snel geregeld, vooropgesteld natuurlijk dat de klacht afgehandeld is.
Wat dat betreft staat er weer een klacht aan te komen. Mijn laptop heeft de geest gegeven. Voor iedereen die het wel eens heeft meegemeaakt een klein drama. De data had ik recentelijk weggeschreven dus dat is niet het probleem maar je bent je werkomgeving kwijt. Veel handige tooltjes zijn opeens weg. Inmiddels heb ik een ander Laptop maar je bent toch wel even bezig dat systeem naar je hand te zetten. Een van de laatste dingen die ik moest doen is de UMTS insteekkaart installeren. Hmmm, past dat niet. De nieuwe PC heeft een ander PCMCIA slot. Vanmiddag even bij de Primafoon geweest en daar had men wel een nieuwe kaart, die kost “maar” € 250,-. Terwijl het abonnement al € 50,- maand kost. Omruilen kon niet. Toch maar eens kijken hoe klantvriendelijk mijn oude werkgever is.
Een bloemetje helpt hier niet 😛
Misschien ga ik wel een netwerk van gedupeerden opzetten. Sinds kort is er weer een (voor mij) nieuw “social network” mogelijkheid. Deze keer onder de naam NING. We hadden al Xing (voorheen OpenBC), Linkedin, Friendster, Facebook, Hyves, en recentelijk werd ik uitgenodigd voor Ecademy. Ik zie door de netwerken het netwerk niet meer.
Bezoek groning
Ik zit me al een paar dagen af te vragen waarin Ning verschilt van al die andere. Voorlopig kan ik dus simpel netwerken oprichten. Al die andere omgevingen gaan meer uit van welke contacten je hebt. Ning gaat meer uit van het feit van welke netwerken je deel uitmaakt. Blijkbaar toch anders.
Ik heb gelijk het netwerk www.ictgro.ning.com opgezet. Maak je deel uit van de ICT scene in Groningen sluit je dan aan. Misschien kunnen we er het grootste Nederlandse netwerk van maken. Volgens mij zijn er 12.000 ict-ers in de regio. Meld je dus aan.En natuurlijk hoop ik van je te horen waar Ning in verschilt, want dat blijft me bezighouden.

Samenwerken: een vak apart

Wat doen al die mensen daar dan?

Ik heb mijn moeder al vaker geciteerd in mijn blogs. Afgelopen week kwam ze ook in een paar gesprekken ter sprake. Ooit reden we samen over de ringweg van Amsterdam, langs al die hoge kantoorgebouwen. Ze keek en vroeg:
“Maar wat doen al die mensen daar dan?”

Opeens zag ik het door haar ogen. Mijn moeder is geboren in een tijd waarin je werk zichtbaar was. De bakker bakte brood. De boer werkte op het land. De postbode bracht de post. Maar wat doet iemand in een kantoortoren?

Die vraag blijft mij bij, vooral nu de wereld van werk zo verandert is. De industriële dienstverlening kwam pas later op. En als je daar nooit hebt gewerkt, is het lastig dat je er iets bij voor te stellen.

Zolang het werk duidelijk is – iedereen weet wat er moet gebeuren – lijkt het op hoe het vroeger ging. Een soort moderne arbeider. Maar het wordt ingewikkelder als een bedrijf verandert voortdurend, innoveert en nieuwe diensten ontwikkelt. Neem KPN als voorbeeld.

Vorige week werd mijn moeder gebeld met de vraag of ze een nieuwe dienst wilde afnemen. Ze zei van niet. Toch kregen ze een paar dagen later een brief waarin stond dat ze de dienst hadden aangevraagd. Kort daarna werd ze nog niet gebeld met de mededeling dat ze de dienst weer zouden uitzetten. En weer een paar dagen later kreeg ze een bevestiging dat de dienst werd geactiveerd.

Ze vragen of ik erachteraan wilde bellen.

Ik moest vier keer bellen voordat ik door het voice-responsesysteem kwam. Toen ik eindelijk iemand aan de lijn kreeg en mijn verhaalakte, werd bevestigd dat alles bij het oude zou blijven. Als goedmakertje boden ze een bloemetje aan. Met één klik was het geregeld. Ook het afhandelen van klachten is aanwezig. De medewerker kon zelfs al zien dat het bloemetje dinsdag bezorgd wordt.

Toevallig is het dinsdag Rodermarkt, dus ik ben benieuwd of het goed komt.

Samenwerken is geen vanzelfsprekendheid

Achter zo’n simpele bloemetjesactie gaat een wereld van samenwerking schuil. Er moeten afspraken worden gemaakt met bloemisten, of met een organisatie als Fleurop. Er moet een e-mail worden gestuurd of – nog een constructie – een digitale koppeling worden gebouwd. Maar hoe ziet de koppeling eruit? Welke systemen sluiten aan? Wie beslist erover?

Er moet overlegd worden. En dat gebeurt onder tijdsdruk. Projectgroepen moeten samenwerken, ook al heb je niet altijd voor het zeggen wie er in de groep zit. Laatst zei een stagiair:
“Dan zegt de baas toch gewoon dat het moet?” 
Zo simpel is het niet. Mensen doen niet automatisch wat het bedrijf van ze verlangt. Soms door slechte leiding, botsende karakters, onduidelijke opdrachten of gebrek aan kennis.

Soms verbaas ik me erover dat het überhaupt nog lukt om binnen een grote organisatie dingen voor elkaar te krijgen.

En dat is misschien wel het antwoord op de vraag van mijn moeder:
“Wat doen al die mensen daar dan?”
Ze proberen samen te werken.

De kracht van kleine bedrijven

In kleine bedrijven is samenwerken eerder een vanzelfsprekendheid dan een uitdaging. Je hebt elkaar nodig. Veel kennis ligt buiten de eigen organisatie. Het mooie is: je kunt je partners zelf kiezen. Vaak op basis van eerdere ervaringen of via je netwerk. Tegenwoordig zelfs wereldwijd.

Ik kom steeds meer mensen tegen die daarom voor zichzelf beginnen. Niet vanwege de zekerheid, maar juist vanwege de vrijheid om met goede mensen samen te werken. De frustratie in grote organisaties – onwillige of onbekwame collega’s, toenemende werkdruk – is voor veel mensen een reden om het anders te willen.

Samenwerken, maar dan digitaal

komen Gelukkig komen er steeds meer tools om de samenwerking te ondersteunen. Ondertussen Google een nieuwe tool: Google Presentaties . Een soort PowerPoint, maar dan online — met de mogelijkheid om te chatten via G-talk.

Aanstaande donderdag is er weer een bijeenkomst van het ICT Platform. De presentatie is bijna klaar. De laatste situatie doen we waarschijnlijk gewoon online.

Never a dull moment

dwf_kleur_a4.jpgDe afgelopen week was weer erg afwisselend.
Niet goed voor iemand die bezig is straks als zelfstandig ondernemer door het leven te gaan. Een ondernemer moet focussen hoor ik steeds. Daar ben ik het niet mee eens. Daar als het ongetwijfeld gaan in veel van mijn toekomstige blogs.
Inmiddels begint het realiteit te worden. Mijn bedrijf en ik zijn er, in zeer goede harmonie, uit. Onze wegen scheiden. Mijn wens voor een rimpelloze overgang lijkt uit te komen. Geen gedoe, heldere afspraken. Het houdt in dat ik maandag het telefoontje van mijn manager kreeg dat een en ander akkoord is.
Ik kreeg het telefoontje toen ik maandagavond in Eindhoven met de penningmeester de feiten van het Derde Wereld Fonds op een rijtje aan het zetten was. De stichting Derde Wereld Fonds heeft in haar 25 jarig bestaan bijna 2 miljoen Euro bijeengebracht voor projecten in de Derde Wereld. Het geld is afkomstig van (nu nog) collega’s, vaak met bedragen van 1 of 2 euro. We hebben er tientallen projecten mee gesteund. Inmiddels zijn er ook 4 bouwreizen geweest waar collega’s de handen uit de mouwen hebben gestoken. Reis- en verblijfskosten voor eigen rekening. Een heel mooie aanpak waar we als bestuur erg trots op zijn. De komende weken hebben we tentoonstellingen en recepties in het land.
Later in de week hadden we een ander heugelijk feit. We hebben de stichting ICT onderzoek en ontwikkeling Groningen (SIOG) opgericht. Deze stichting probeert het gat te vullen tussen ICT onderzoek en via prototyping de onderzoeksresultaten naar de maatschappij te brengen. Ons voorbeeld is OFFIS in Oldenburg die 15 jaar geleden ook met 2 personen zijn begonnen en inmiddels zijn uitgegroeid tot een club van 200 mensen. Vanuit het ICT Platform zijn we daar al jaren aandacht voor aan het vragen. Op 27 september gaan we er tijdens een ICT Platformbijeenkomst meer over vertellen.
Vrijdag mocht ik aanwezig zijn bij de lancering van de Leader Actie Groep (LAG) voor het Westerkwartier. De streek waar mijn roots liggen. Een leuke bijeenkomst. De LAG staat voor het stimuleren van de regio. Iets waar ik mij erg bij betrokken voel. Het gaat om initiatieven bottom-up en een deel gaat over innovatie in landelijke gebieden. Maar ook over cultuur en toerisme.
Zaterdag zijn we wezen lopen in het Westerkwartier. 40 kilometer door het mooie Westerkwartier. Prachtige plekjes gezien. Het was mooi weer en veel te beleven onderweg.
Nu is het natuurlijk een uitdaging al deze zaken te blijven steunen en er bij betrokken blijven. Aan de ene kant heb ik een sterke verbondenheid met de regio aan de ander kant relatie naar innovatief Europa. Er komen leuke lijnen bijeen.

Powered by ScribeFire.