Menu Sluiten

De Kloof tussen Theorie en Praktijk:

De Kloof tussen Theorie en Praktijk: Waarom Academische Beleidsvorming Soms Faalt

Academisch gevormde professionals zijn getraind in het analyseren van complexe vraagstukken, het ontwikkelen van theoretische modellen en het zoeken naar oplossingen die logisch en onderbouwd zijn. Deze vaardigheden zijn onmisbaar in een wereld waarin problemen steeds ingewikkelder worden. Toch is er een groeiend besef dat beleid, hoe goed bedoeld en theoretisch onderbouwd ook, in de praktijk vaak anders uitpakt dan verwacht. Dit roept de vraag op: missen academici soms een cruciaal perspectief?

In dit artikel wil ik een ongemakkelijke waarheid bespreken: de handicap die academisch gevormde mensen soms hebben door een gebrek aan praktische ervaring. Dit gebrek kan leiden tot beleid dat in de praktijk onrealistisch blijkt te zijn, met alle gevolgen van dien.


De Sterke Kant van Academici: Theorie en Analyse

Laten we beginnen met wat goed gaat. Academici zijn meesters in abstract denken. Ze kunnen complexe systemen doorgronden, verbanden leggen en oplossingen ontwerpen die logisch en consistent zijn. Ze baseren zich op data, modellen en wetenschappelijke inzichten. Dit is een enorme kracht, vooral in een wereld waarin problemen zoals klimaatverandering, gezondheidszorg en onderwijs hervorming vragen om doordachte en systematische oplossingen.

Maar deze kracht kan ook een valkuil worden. Wanneer ze beleid ontwerpen zonder voldoende inzicht in de dagelijkse praktijk, lopen ze het risico dat onze theoretische oplossingen niet aansluiten bij de realiteit.


De Kloof tussen Theorie en Praktijk

De praktijk is weerbarstig. Waar zij als academici vaak werken met modellen en idealen, werken mensen in de praktijk met beperkingen: tijd, middelen, bureaucratie en menselijke emoties. Wat op papier logisch lijkt, kan in de praktijk onuitvoerbaar blijken.

Voorbeelden van Onrealistisch Beleid

  1. De Zorg: Administratieve Lasten
    Beleidsmakers introduceren regels om de kwaliteit van zorg te meten en te verbeteren. Maar verpleegkundigen en artsen ervaren deze regels vaak als een obstakel. Ze besteden uren aan het invullen van formulieren, terwijl ze die tijd liever aan hun patiënten zouden besteden. Het gevolg is dat de kwaliteit van zorg juist onder druk komt te staan.

  2. Het Onderwijs: Toetscultuur
    In het onderwijs zien we een vergelijkbare trend. Beleidsmakers, vaak met een academische achtergrond, leggen de nadruk op toetsing en meetbare resultaten. Dit lijkt logisch: wat je meet, kun je verbeteren. Maar leraren merken dat deze toetscultuur ten koste gaat van de tijd en ruimte om leerlingen echt te begeleiden. Het resultaat is een systeem waarin cijfers belangrijker lijken dan leren.

  3. De Bouw: Overregulering
    In de bouwsector worden strenge regels opgesteld om veiligheid en duurzaamheid te waarborgen. Hoewel deze regels belangrijk zijn, worden ze vaak ontworpen door mensen zonder ervaring in de bouwpraktijk. Dit leidt tot vertragingen, hogere kosten en frustratie bij bouwprofessionals die dagelijks met deze regels moeten werken.


Waarom Gebeurt Dit?

De oorzaak van deze kloof ligt in de manier waarop academici vaak werken. Ze baseren zich op data, modellen en theoretische inzichten, maar missen soms de directe ervaring van hoe deze inzichten in de praktijk worden toegepast. Bovendien wordt praktische ervaring in academische kringen niet altijd even hoog gewaardeerd. Dit leidt tot een blinde vlek: ze zien de praktijk niet zoals die werkelijk is, maar zoals ze denken dat die zou moeten zijn.


Hoe Kunnen ze dit verbeteren?

  1. Betrek Praktijkmensen bij Beleidsvorming
    Beleidsvorming moet een dialoog zijn tussen theorie en praktijk. Dit betekent dat ze mensen uit de praktijk actief moeten betrekken bij het ontwerpen van beleid. Hun inzichten zijn onmisbaar om te begrijpen wat werkt en wat niet.

  2. Praktijkervaring voor Beleidsmakers
    Academisch gevormde beleidsmakers zouden zelf praktijkervaring moeten opdoen in de sector waarvoor ze beleid maken. Dit kan door stages, werkbezoeken of zelfs tijdelijke functies in de praktijk. Alleen door zelf te ervaren hoe de praktijk werkt, kunnen we beleid maken dat realistisch en uitvoerbaar is.

  3. Eenvoud en Flexibiliteit in Beleid
    Ze moeten streven naar eenvoud en flexibiliteit in onze beleidsvoorstellen. Dit betekent minder bureaucratie en meer ruimte voor professionals om hun werk te doen zoals zij dat het beste vinden.

  4. Onderwijs dat Theorie en Praktijk Combineert
    Universiteiten en hogescholen zouden meer aandacht moeten besteden aan het combineren van theorie en praktijk. Dit kan door stages, praktijkopdrachten en samenwerking met bedrijven en organisaties.


Een Oproep tot Zelfreflectie

Als academici hebben ze een verantwoordelijkheid om niet alleen goede ideeën te bedenken, maar ook om ervoor te zorgen dat deze ideeën werken in de praktijk. Dit vraagt om zelfreflectie: durven ze toe te geven dat ze niet alles weten? Zijn ze bereid om te leren van mensen die dagelijks met de gevolgen van ons beleid te maken hebben?

De kloof tussen theorie en praktijk is niet onoverbrugbaar. Maar het vraagt om een andere manier van denken, een manier waarin we onze theoretische kennis aanvullen met praktische inzichten. Alleen dan kunnen ze beleid maken dat niet alleen goed klinkt op papier, maar ook werkt in de echte wereld.

Laten we die uitdaging aangaan.

Zonder 1,5 meter gaat het beter!

Waar ik ook kom, regelmatig zie ik nog restanten van de 1,5 meter regel, ingevoerd met de bedoeling om levens te redden.  Hoewel de intentie nobel was, zijn de sociale, economische en psychologische gevolgen van deze maatregel verstrekkend en niet te negeren.

Sociale Isolatie en Eenzaamheid

Een van de meest ingrijpende effecten van de 1,5 meter regel was de sociale isolatie die het met zich meebracht. Mensen werden aangemoedigd om afstand te houden, zelfs van hun dierbaren. Gezinsleden konden elkaar niet omhelzen, vrienden konden niet samenkomen, en grootouders moesten hun kleinkinderen op afstand houden. Voor ouderen, die vaak al een kwetsbare positie in de samenleving hebben, werd eenzaamheid ondraaglijk. De menselijke behoefte aan fysiek contact werd plotseling weggenomen, met als gevolg een toename in depressie, angst en gevoelens van isolement.

Economische Schade

De 1,5 meter regel had ook grote gevolgen voor bedrijven. Horecaondernemingen, theaters, sportscholen en winkels moesten hun capaciteit verminderen of zelfs hun deuren sluiten. Kleine ondernemers, die vaak met smalle marges werken, zagen hun inkomsten instorten. De schade leidde tot faillissementen, werkloosheid en financiële onzekerheid voor miljoenen mensen.

Onderwijs op Afstand

Ook in het onderwijs had het grote effekten. Studenten en scholieren werden gedwongen om vanuit huis te leren, wat resulteerde in een leerachterstand. Niet alle gezinnen hadden toegang tot goede technologie of een rustige leeromgeving, wat vooral kinderen uit kwetsbare gezinnen benadeelde. Daarnaast leidde het gebrek aan sociaal contact op school en daar buiten tot problemen in de ontwikkeling van jongeren.

Geestelijke Gezondheid

De psychologische effecten van de 1,5 meter regel waren ongetwijfeld groot. Het constante gevoel van afstand en de angst om ziek te worden, hadden vast ook gevolgen voor de geestelijke gezondheid. Veel mensen voelden zich afgesneden van de wereld en verloren hun gevoel van verbondenheid. 

En nu

Hoewel de 1,5 meter regel in een noodsituatie werd ingevoerd, heeft het ons ook belangrijke lessen geleerd. We hebben gezien hoe belangrijk sociale verbondenheid is. Als vrijwilliger bij een telefonische hulplijn krijg ik veel eenzame mensen aan de lijn. Zelf denk ik dat de 1,5 meter daaraan heeft bijgedragen. Ik kan me eigenlijk wel boos maken dat de restanten nog steeds te zien zijn in winkels door 1,5 meter stickers. Ik heb de neiging ze weg te halen. Want als we iets nodig hebben in deze tijd (en zeker de tijd voor kerst) is dat afstand tussen mensen verdwijnt. En misschien gaat een constante confrontatie met al die 1,5 meter stickers mensen tussen de oren zitten.

Gemeenschappen, Emotie en Intimiteit: De Essentie van Menselijke Verbinding

Als we denken aan gemeenschappen, zien we vaak groepen mensen die samenwerken en elkaar ondersteunen. Maar wat een gemeenschap écht tot leven brengt, is iets veel subtielers: intimiteit. Het gaat niet alleen om fysieke nabijheid, maar om een emotionele connectie, en ook het delen van kwetsbaarheid en het bouwen van vertrouwen.

Wat is Intimiteit in een Gemeenschap?

Intimiteit in een gemeenschap draait om de kleine momenten die samen verhalen vormen. Het is het vermogen om echt contact te maken—of dat nu gebeurt in een dorpshuis, op een sportclub, of simpelweg tijdens een gesprek op straat. Daardoor ontstaat dat mensen de ruimte voelen om zichzelf te zijn en hun emoties te delen, zonder angst voor oordeel.

Voorbeeld: De koffie-ochtend

In een dorpshuis organiseert een vrijwilliger wekelijks een koffie-ochtend. Het is geen formeel gebeuren; mensen druppelen binnen, delen verhalen, lachen en genieten samen. Daardoor ontstaat tijdens deze ochtenden een sfeer van vertrouwen. Een alleenstaande ouder voelt zich gesteund, een oudere buur vindt gezelschap, en afgekeurd iemand heeft even vertier. Dit zijn geen spectaculaire momenten, maar ze creëren de intimiteit die een gemeenschap hechter maakt.

Emotie als Sleutel tot Intimiteit

Emoties verbinden mensen. Zowel gedeelde vreugde als gedeeld verdriet kan een gemeenschap versterken.

Voorbeeld: Een buurt die samen rouwt

In een kleine gemeenschap overlijdt een dorpsgenoot onverwachts. Zijn verlies raakt iedereen. Mensen zoeken elkaar op met verhalen over haar leven. Tijdens die bijeenkomst voelt iedereen een diepe verbondenheid. Het is de gedeelde pijn en de gezamenlijke steun die deze gemeenschap dichter bij elkaar brengt.

Voorbeeld: Samen vieren

Tijdens een dorpsfeest danst een divers gezelschap op de muziek. Jong en oud, mensen met verschillende achtergronden, lachen en genieten samen. Een spontane groepsfoto vangt het moment. Deze gedeelde vreugde, maakt een blijvende herinnering en verstevigt de onderlinge banden.

Hoe Intimiteit een Gemeenschap Versterkt

Wanneer intimiteit een plek krijgt in een gemeenschap, ontstaat er een veilige ruimte waarin mensen durven te zijn wie ze zijn. Dit kan leiden tot:

  • Diep begrip: Mensen leren elkaar écht kennen. Bijvoorbeeld wanneer een buurman met een beperking zijn verhaal deelt en zijn behoeften bespreekt tijdens een bijeenkomst.
  • Betrokkenheid: Intimiteit inspireert actie. Wanneer een moeder zich gehoord voelt over het gebrek aan speeltuinen in de buurt, ontstaat er een bewonersinitiatief om dit aan te pakken.
  • Veiligheid: In een buurt waar mensen elkaar vertrouwen, voelen kinderen zich veilig om buiten te spelen, en durven ouderen elkaar om hulp te vragen.

Het Risico van het Vermijden van Intimiteit

In gemeenschappen waar intimiteit ontbreekt, ontstaat een gevoel van eenzaamheid of vervreemding.

Voorbeeld: De ‘stille straat’

In een straat waar bewoners elkaar nauwelijks groeten, voelt iedereen zich op zichzelf aangewezen. Een nieuwe buurvrouw probeert contact te maken door een praatje te maken bij de brievenbus, maar krijgt alleen korte antwoorden. Er ontstaat geen verbinding. Het gevolg? Mensen blijven vreemden voor elkaar, en het potentieel voor een ondersteunende gemeenschap blijft onbenut.

Bouw aan Intimiteit, Bouw aan de Toekomst

Het creëren van intimiteit vraagt om bewuste acties en kleine gebaren.

  • Luister naar elkaar: Neem de tijd om echt te horen wat iemand zegt, of het nu gaat om een klacht of een succesverhaal.
  • Creëer ontmoetingsplekken: Een bankje in een park, een buurtbibliotheek, of een gezamenlijke tuin kan een plek worden waar intimiteit groeit.
  • Wees kwetsbaar: Deel iets persoonlijks, want kwetsbaarheid nodigt anderen uit om hetzelfde te doen.

Voorbeeld: Het delen van een verhaal

Tijdens een buurtbijeenkomst vertelt een inwoner hoe ze worstelde met eenzaamheid na haar verhuizing. Haar eerlijkheid raakt anderen en opent de deur voor meer verhalen. Binnen een paar maanden wordt ze actief betrokken bij meerdere buurtactiviteiten en groeit er een gevoel van thuis.

De Onzichtbare Draad

Intimiteit is de onzichtbare draad die gemeenschappen samenbindt. Het verbindt mensen niet alleen op praktisch niveau, maar ook in hun hart. Wanneer we ruimte maken voor intimiteit, ontstaat er een gemeenschap die niet alleen samenwerkt, maar ook samen voelt.

Laten we de tijd nemen voor die koffie-ochtenden, de gedeelde momenten, en de kleine gesprekken bij de voordeur. Daar, in de kern van menselijke interactie, ligt de kracht om gemeenschappen echt te laten bloeien.

Gemeenschappen

Mijn blog gaat heel vaak over gemeenschappen. Dat fascineert me enorm. Juist in een tijd waar individualisering hand over hand toe neemt, zijn gemeenschappen in mijn ogen een gezond tegengif. Niet dat gemeenschappen heilig zijn juist niet. Want gemeenschappen kunnen ook erg knellen. Denk alleen maar aan sektes waar soms mensen letterlijk uit moeten ontsnappen.

De vrijheid van het individu is een groot goed. Het kunnen worden wat je wilt, is tegenwoordig de heilige graal. Op zoek naar wie je bent en nog belangrijker wie je wilt zijn. En als dat allemaal niet lukt wacht de teleurstelling. Social media staan bol van de “geluksmomenten”. Soms zie ik mensen stralend een selfie nemen om vervolgens chagrijnig te kijken als dat moment voorbij is. Het levert mij gesprekken op bij de telefonische hulplijn waar ik vrijwilliger ben.  Eenzaamheid en “niet worden gezien” is daar een veel voorkomend onderwerp van gesprek.

Vaak vraag ik dan hoe iemand woont en of ze regelmatig mensen spreken. Dat is zelden het geval. Geen lid van een vereniging of kerk. Ik hoor wel regelmatig iemand die lid is van de sportschool. Maar dan wel een sportschool die 24 uur per dag open is en de deelnemers met oortjes in aan het sporten zijn. Eenzaamheid ontstaat vaak ook door ruzies waardoor families uit elkaar zijn gevallen. Corona heeft daar ook erg aan bijgedragen en omdat we niet meer mochten bijeen komen. Daardoor zijn veel verenigingen gestopt.

Verenigingen hebben moeite vrijwilligers te vinden. Voor een eenmalige actie lukt dat meestal nog wel maar iemand voor in het bestuur vinden is lastiger. Al jaren ben ik vrijwilliger in diverse besturen en merk ook dat het allemaal zakelijker wordt. Er is zelden ruimte voor de persoonlijke noot. Nu ben ik gezegend om in een klein dorp te wonen waar het nog overzichtelijk is. We hebben gelukkig nog tradities waar we elkaar ont-moeten. Bewust elkaar tegenkomen zonder dat we iets van elkaar moeten. 

Tradities brengen vaak mensen bij elkaar: Paasvuur, Carbit schieten, Straten volleybal, buurt BBQ, verjaardagvisite bij de buren, een toneelvoorstelling of Nieuwjaar revue in het dorpshuis. Kan je in deze gevallen spreken van een gemeenschap? In mijn ogen mist er nog iets om van een gemeenschap te spreken. Dat zou wel eens kunnen zitten in dat streepje in ont-moeten. Waarom ga ik naar de bijeenkomsten? Om te ontmoeten! Misschien juist omdat ik dat van mezelf moet. Omdat ik graag onderdeel wil zijn van iets, er bij willen horen. Zodra dat streepje verschijnt verdwijnt de gemeenschap. 

Natuurlijk is iedereen vrij om zich van alles niets aan te trekken. Gewoon naar een festival om met duizenden uit het dak te gaan. Extreem uitgedost in welke gendervorm dan ook. Helemaal jezelf kunnen zijn. Maar als dat het enige is dan mist er in mijn ogen iets. Waar wordt je “echt gezien en nog belangrijker gehoord?” Niet gezien door die bijzondere outfit maar gezien als mens onder die kleding. Of juist gehoord. Dat maakt het werken aan de telefonische hulplijn zo bijzonder. Gesprekken die soms erg persoonlijk zijn. Er is even contact, vertrouwelijk, anoniem, een intiem moment met ons beiden. Ergens las ik dat een gemeenschap ook iets intiems iets vertrouwelijks in zich heeft. Een mooie gedachte om in een volgende blog eens te gaan verkennen.

Regel is regel!

Een beetje een vervolg op mijn vorige blog “Nood breekt wet” is “Handelen in de geest van de wet”. Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat je een regel niet al te strikt kunt toepassen. Ik stop bijvoorbeeld soms bij een stopverbod om een ​​aanrijding te voorkomen. De toeslagenaffaire heeft duidelijk gemaakt dat de overheid vaak “naar de letter van de wet” handelt. Achteraf legde men veel te zware sancties op. De redelijkheid ontbreekt. We leven in tijden waarin, zeker in de politiek, men redeneert naar de letter van de wet. Zeker als het om Europese wetten gaat, gedraagt ​​onze overheid zich roomser dan de Paus. Maar ook schiet de overheid door met sancties als men niet goed handelt. Wat dat betreft kunnen we in Nederland een voorbeeld nemen aan Spanje: als je daar een boete krijgt en je betaalbare op tijd, dan betaal je maar 50%.

Nu leggen mensen een stukje coulance vaak gelijk uit als een recht. Mannen schermt al snel met het gelijkheidsbeginsel. Wat voor de één opbrengst moet ook voor de andere gelden. Een oud Nederlands spreekwoord zegt iets anders: De één mag een paard stelen, de ander mag niet over het hek kijken. Je hebt nu eenmaal werkpaarden en sierpaarden. In deze tijd kennen we praktische mensen en theoretici. De laatsten werken vaak in bullshitbanen, terwijl mensen met een praktisch beroep bezig zijn dingen te scheppen.

Een praktisch ingesteld iemand knijpt vaker een oogje dicht omdat hij of zij weet dat “regel is regel” lang niet altijd werkt. Een beetje onder het mom van: als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. Vaak overziet hij of zij de gevolgen van het eigen handelen. Een theoretisch onderwezen iemand kan dat minder goed en valt vaak terug op regels en voorschriften. Daarbij handelt hij of zij volgens de regels. Een echte vakman weet wanneer hij zich aan de regels moet houden en wanneer niet. En dát is vaak niet in regels te vatten.